Tijdens de raadsvergadering op woensdag 29 augustus 2012 heeft een meerderheid van de gemeenteraad (CDA, VVD en PvdA) ingestemd met de ontwerp verordening geurhinder en veehouderij. De fractie JAN heeft tijdens deze raadsvergadering met nadrukkelijk bepleit om de geurnorm in delen van het buitengebied te verlagen naar 10 oudeur om zo de leefbaarheid in het buitengebied op de langere termijn te kunnen verbeteren. Helaas werd dit voorstel niet overgenomen door de overige raadsfracties.
De politieke fracties hebben een debat gevoerd over de gevolgen van een eventuele verlaging en hebben hierbij aan de verantwoordelijke wethouder vragen gesteld die van invloed zijn op de vaststelling van de geurverordening in december 2012. Een aantal vragen kon door de wethouder niet ter plekke beantwoord worden maar dit weerhield de overige fracties er niet van om de norm niet te verlagen. Onze fractie is van mening dat deze vragen beantwoord dienen te worden vóór dat de raad een besluit neemt over een nieuwe de geurverordening 2012. Om verzekerd te zijn van een tijdige beantwoording van deze vragen heeft onze fractie ervoor gekozen ze op deze wijze nogmaals onder uw aandacht te brengen.
Over de ontwerp geurverordening en de controle van tegenprestaties in het buitengebied van Nederweert hebben wij de volgende vragen aan uw college:
1. In hoeverre heeft de norm van de voorgrondbelasting van een veehouderij direct effect op een eventuele aanvraag voor een bouwvergunning van een woning of bedrijf? Graag nader toelichten)
2. In hoeverre is het mogelijk dat een bedrijf op bedrijventerrein Aan veertien niet meer kan uitbreiden vanwege de geurcontour van een veehouderij als er toch sprake is van een volgens de achtergrondbelasting aanvaardbaar woon en leefklimaat? Worden bedrijven (anders dan veehouderijen) belemmerd in hun ontwikkeling bij het verlagen van de norm van de voorgrondbelasting?
3. Zijn ruimte voor ruimte woningen vrijgesteld van de oudeurnormen en toetsing van de geurwet? Graag een toelichting waarom wel of waarom niet.
4. Wij vragen uw College om de effecten van de omgekeerde werking van de geurwet voor Nederweert in beeld te brengen? Waar gaat het dan precies om, wie treft het volgens u en waarom? (graag harde gegevens).
5. Hoeveel en in hoeverre houden agrariërs in Nederweert – die reeds een milieuvergunning hebben- rechten als de norm van 14 oudeur in het buitengebied wordt verlaagd naar 10 oudeur?
6. Wat is de visie van het College over het voorkomen van een te hoge geurbelasting bij linten en clusters in het buitengebied en hoe neemt u overbelasting van geur bij deze linten en clusters mee bij het vaststellen van de geurverordening?
7. In hoeverre kan de geurnorm als knelpunt cq argument voor verplaatsing naar een LOG worden gehanteerd? Wat is daarvoor nodig?
8. Hoe voorkomt het College dat de geurbelasting per gebied verder toeneemt en op welke wijze en met welk doel gaat u de geurverordening over 2 jaar evalueren?
9. Wat is de afspraak bij tegenprestaties in het kader van BOM+ op het gebied van naleving en handhaving?
10. Waarom wordt er niet opgetreden tegen deelnemers die zich niet houden aan de gemaakte afspraken inzake de regeling BOM+ ?
11. Kunt u een overzicht verstrekken van de bedrijven die zich wel en niet aan de regeling houden?
12. Wat gaat u College concreet doen om reeds bij het afgeven van vergunningen deelnemers zich te laten committeren aan gemaakte afspraken? Is het mogelijk om de vergunning in te trekken?
Er zijn nog geen reacties geplaatst