In 2010 vond in Toronto (Canada) ten overstaan van 900 belangstellenden de uitreiking van de beroemde Israëlische Yad Vashem-medaille “Righteous Among the Nations” plaats. Dat is een onderscheiding voor niet-Joden die tijdens de Holocaust Joodse medeburgers uit handen van de nazi’s wisten te houden. De medaille werd postuum uitgereikt aan oud-Nederweertenaar Kees Roggeveen. De negentigjarige Max Noach was hierbij aanwezig.
De Joodse Max Noach werd in 1920 geboren in Utrecht. Als dienstplichtige streed hij in mei 1940 tijdens de inval van de Duitsers. Daarna werkte hij als landmeetkundige bij Rijkswaterstaat totdat hij vanwege zijn jood-zijn werd ontslagen. Zijn chef, Kees Roggeveen, bood aan dat als de problemen groter zouden worden, Max hem altijd zou mogen aanklampen voor hulp. In 1941 verhuisde Roggeveen naar Nederweert waar hij als landmeter werkzaam was bij de voorbereidingen voor oliewinning in de Ospelse Peel. Kees woonde in het huis ‘De Adelaar’, Kerkstraat 48 (later Louis Boonen, nu Lambertushof).
Toen in 1942 de Jodendeportaties begonnen, herinnerde Noach zich de toezegging. Hij vluchtte naar Nederweert, kreeg onderdak in het huis van Roggeveen en nam de schuilnaam Frits Kool aan. Men sprak hem aan met ‘Ome Frits’. Max had op zolder een geheime schuilplaats achter een wand van imitatie-stenen. Zijn bergplaats werd verwarmd door een elektrisch kacheltje. Om geen argwaan te wekken werd de stroommeter gemanipuleerd. In Nederweert waren maar weinig mensen op de hoogte van het feit dat de Joodse ‘Ome Frits’ in de Kerkstraat ondergedoken was. Uitzonderingen waren huisarts Van de Wouw en politieman Dusink (die in het verzet zat). Noach bracht zijn tijd voornamelijk door met het maken van tekeningen van de Kerkstraat.
Over de spannende gebeurtenissen die Noach meemaakte tijdens zijn verblijf in Nederweert is een boek te schrijven. De langdurige totale afzondering bekwam hem echter slecht en eind 1943 raakte hij zwaar overspannen. Dusink verzon een list en vervoerde Noach als geboeide ‘gevangene’ per trein naar Dordrecht. Daar werd hij overgedragen aan een collega van Roggeveen. Die verborg hem op een boot in de Biesbosch die, zinspelend op de bijbelse vluchtboot, “Ark van Noach” werd genoemd. Na de bevrijding trouwde Max met Dientje Polak, de enige overlevende van een verder volledig uitgemoorde familie. Samen trokken ze, net als vele overlevenden van de Holocaust, naar Israël waar Noach zijn landmeetkundige kennis toepaste bij het opmeten van de kopermijnen van koning Salomo. In 1960 was hij het beu om te werken met in de ene hand een meetlint en in de andere een geweer. Max Noach emigreerde van Israël naar Yorktown-Heights in de staat New York. Daar werkte hij als computerprogrammeur.
Kees Roggeveen speelde een belangrijke rol tijdens en na de bevrijding van Nederweert. In november 1945 verliet hij het dorp, vocht in Nederlands-Indië en emigreerde naar Canada. In 1987 overleed Roggeveen in Charlottetown. Voor Kees kwam het eerbetoon te laat maar zijn zoon Joost mocht de eervolle Israëlische onderscheiding in 2010 namens zijn vader in ontvangst nemen.
Website: Nederweerts Verleden | Twitter @SGNederweert | © Nederweerts Verleden
1 Reactie
Als oudste zoon van dokter W. Jansen herinner ik goed de familie Roggeveen, waar mijn ouders goed bevriend mee waren. Niet ver voor het overlijden van Cees hebben mijn ouders hem en zijn vrouw Heintje nog een bezoek gebracht in Canada, waar ze de laatste periode van hun leven hebben doorgebracht niet ver van hun zoon Joost. Ik herinner me nog een bezoek ver na de oorlog van Cees in Nederweert om een foto te maken van een gevelsteen ‘Polideli’ voor een tijdschrift dat informatie gaf over politieke delinquenten.
Na de politionele acties in voorm. Ned. Indie is hij nog een tijdje landmeter geweest in Nieuw Guinea.
Het was idd een sterke markante persoonlijkheid.