Ingezonden brief: Stichting Leefbaar Buitengebied Nederweert

Ingezonden brief

Stichting Leefbaar Buitengebied Nederweert heeft de behoefte om te reageren op het B&W voorstel aan de raad over het Majeure Project. In de dialoog met Gemeente en LLTB gaf de stichting al eerder aan, dat een stevige onderbouwing van het ambitieuze plan ontbreekt. De stippen aan de horizon, waar alle actiepunten aan gerelateerd zouden moeten zijn, ontbreken. Volgens het concept wordt er geen nieuwe visie t.a.v. het buitengebied ontwikkeld. Uitgegaan wordt van 5 eerder opgemaakte stukken:

Strategische visie in 2020; bestuursprogramma Gewoon Doen; programmabegroting 2013; structuurvisie Nederweert 2010 – 2020; aanvullende structuurvisie

De stichting LBN acht het zinvol om uit die stukken te destilleren welke visie daar precies onder ligt. Een inkadering van concrete doelen met, daarbij een tijdspad, verschaft duidelijkheid hoe de gemeente het buitengebied in de nabije toekomst ziet en vorm geeft.

Antwoorden op de navolgende vragen geven richtinggevende doelen aan eerder genoemde onderbouwing van het majeure plan:

• Wat wordt precies verstaan onder de begrippen plattelandsgemeente en agrarische gemeente ?
• Wat houdt precies het ombuigen in van een agrarische gemeente naar een plattelandsgemeente ?
• Wat zijn de verwachtingen aan oplossend potentieel van een proeftuin ?
• Vindt de politiek dat de veestapel onbeperkt kan groeien, of streven we naar een stand-still t.a.v. het dierenaantal ?
• Is er ambitie voor een AGRO park ?
• Kent de politiek expliciet een woonfunctie toe aan het buitengebied en welk leefklimaat is daarbij passend ?
• In hoeverre is de dialoogronde voor buurtschappen, ondernemingen en burgers een doelgerichte en resultaatgerichte activiteit ?
• Is er een gemeentelijke ambitie voor grootschalige mestverwerking ?
• Welke waardevermindering van de woningen in het buitengebied, als gevolg van uitbreidingen van de intensieve veehouderijen, acht de politiek acceptabel ?
• Acht de politiek de huidige en onlangs vastgestelde geurnorm voor de langere termijn passend voor het buitengebied, of is er een streven naar een niveau van 6 odeur, wat volgens de GGD staat voor een gezond woonklimaat ?
• Hoe staat het met de vastgestelde LOG’s, nu en in de toekomst ?
• Wat vindt de gemeente van het concept van “agglomeratielandbouw”, dat door de provincie kennelijk wordt voorgestaan ?
• Wat verstaat de gemeente onder “knelpunten” en welke concrete actiepunten passen daarbij ?
• Hoe ziet de gemeente de relatie tussen recreatie, toerisme en de landschappelijke kwaliteit ?
• Voor welke bedrijfsvormen heeft de gemeente specifieke aandacht: grondgebonden bedrijven, gebouwgebonden bedrijven met een industrieel karakter en/of stedelijk georiënteerde bedrijven met rechtstreekse verkoop aan het publiek ?
• Welke implicaties van de wet op de publieke gezondheid zijn er voor het gemeentelijk beleid voor het buitengebied ?
• Biedt het staand beleid voldoende soelaas voor de duurzaamheidsproblemen van het Nederweerter buitengebied ?