In 1960 overleed Edwina, Lady Mountbatten, de onderkoningin van Brits-Indië. Zij was vooral bekend vanwege haar buitenechtelijke affaires en opzichtige leven in de Engelse society. Conform haar laatste wil kreeg zij op 25 februari 1960, vanaf de HMS Wakeful, een zeemansgraf in de Noordzee. Die gebeurtenis was voor de zoon van een Nederweerter hoefsmid aanleiding om de rest van zijn leven geen haring uit de Noordzee meer te consumeren.
Het eten van geïmporteerde vis was vroeger vooral voorbehouden aan de notabelen. In september 1616 bracht de Roermondse bisschop Jacobus a Castro een bezoek aan Nederweert. Na het vernieuwde kerkhof ingezegend te hebben gebruikte hij in de pastorie een uitgebreide maaltijd. Dankzij de bewaard gebleven rekeningen is bekend dat de maaltijd behalve uit wijn en brood bestond uit herinck (haring), stockvissche (stokvis) en aberdaen (labberdaan, gezouten kabeljauw). Het is een zeldzame vermelding over visconsumptie in Nederweert.
De aanleg van de kanalen (vanaf 1809) gaf veel impulsen aan de plaatselijke visserij. Het doodlopende kanaal Noordervaart had de reputatie een walhalla voor vissers te zijn. Visclub “Jonas” (met waarschijnlijk té hooggespannen verwachtingen verwijzend naar de grote walvis) had er in de jaren twintig van de vorige eeuw haar vaste stek. Een krantenbericht uit 1929 meldt dat er in de herfst van dat jaar bij één gelegenheid maar liefst 300 pond vis werd gevangen. Niet vermeld wordt hoeveel vissers daar hun aandeel in hadden. De vangst bestond vooral uit snoek, karper en brasem, soorten die daar op natuurlijke wijze veel voorkwamen.
De Weerter graanhandelaar en ontginner Jan Hendriks (“Bolle Jan”) was de stichter van de ontginningsboerderijen “Noordhoeve” langs de Noordervaart en “Zuidhoeve” tegenover de Wetering. Een deel van het grote areaal was ingericht als visvijver voor de karperteelt. De in die tientallen hectaren grote vijvers gekweekte vissen werden levend in waterbassins geëxporteerd naar gerenommeerde restaurants in Engeland, België en Duitsland. Hendriks verdiende er kapitalen mee. Maar er waren kapers op de kust en regelmatig werd er gestroopt. Dat bewijst bijvoorbeeld een bericht uit de Tilburgsche Courant van 16 augustus 1927. Bij de karperkwekerij van de “Zuidhoeve” waren 1000 jonge karpers geleverd. Om ze te laten acclimatiseren had men ze in grote houten bakken in het water van de Zuid-Willemsvaart geplaatst. Onverlaten hadden dat gezien en ’s nachts hadden zij de bakken geopend zodat alle vissen konden ontsnappen en een goed heenkomen zochten in het kanaal. “Vele visschers hebben reeds van de laffe trek der daders geprofiteerd, door verschillende karpers in hunne netten te vangen”, aldus diezelfde krant.
Toen het visvijverscomplex van de “Noordhoeve”in 1933 werd aangekocht door de gebroeders Van Nieuwenhoven (van “Kets Maan”) werden de bassins deels tot landbouwgrond getransformeerd. Van de voormalige viskwekerijen langs de Noordervaart is een deel nog in gebruik als vijvers voor een hengelsportvereniging. Ook de straatnaam Visvijversweg (een zijweg van de Venloseweg, tegenover Stokershorst) herinnert nog aan de gloriejaren van de Nederweerter visexport.
Kijk HIER voor alle berichten over het Nederweerts Verleden
Website: Nederweerts Verleden | Twitter @SGNederweert | © Nederweerts Verleden
Er zijn nog geen reacties geplaatst