Op een zwoele zomeravond in de jaren ’50 van de vorige eeuw liep Toon van Panne Jan over het Beulderspaedje, een geliefd romantisch plekje voor jonge stelletjes. Hij struikelde over twee lijven die in de berm van het pad de liefde bedreven. Toon liet het tafereel even op zich inwerken en sprak toen droog de onovertroffen woorden: “Ich weit neet waat dej-jae dao aan ’t doon zeetj, mer gae hetj d’r in alle geval waal good waer bi-j….”.
Seks buiten het huwelijk is van alle tijden. In de zestiende eeuw werden in Nederweert jaarlijks gemiddeld 90 kinderen geboren. Twee of drie procent daarvan was ‘onwettig’, dus niet verwekt binnen een wettig huwelijk. De periode 1600-1609 werd gekenmerkt door grote wanorde. De regio werd geteisterd door muitende Spaanse militairen en de St. Lambertuskerk was door brand verwoest. Het aantal onwettige kinderen verviervoudigde in die periode.De doopboeken van de St. Lambertusparochie geven over die periode een fraai inkijkje in de seksuele moraal van de Nederweerter bevolking. De vraag “wie deed het met wie?” levert een pikant beeld op van de samenleving in die jaren. Soms lijkt het wel lijkt alsof de dames van Nederweert het deden met Jan en alleman. Uit de doopstatistieken blijkt dat een groot gedeelte van de onwettige geboorten plaatsvond in de maanden november en december. Dat correspondeert met een verwekkingsmoment in februari of maart, de maanden waarin de Vastenavond wordt gevierd. Veel onwettig geboren kinderen waren het gevolg van flirts tussen Nederweerter jongedames en militairen uit het in Weert gelegerde garnizoen. Dat bestond voornamelijk uit warmbloedige mediterranen. In 1601 noemde een ongehuwde Nederweertse bij de doop van haar kind een zekere Winandi (een Spanjaard wiens achternaam zij vergeten was) als natuurlijke vader. Iets soortgelijks gebeurde in 1603, met Francisco, een in Weert gestationeerde Italiaan, in de hoofdrol.
De Nederweerter mannen lieten zich ook niet onbetuigd. Sommigen hielden er naast hun wettige echtgenote een concubine op na, bij wie zij kinderen verwekten. Veldwachter Godefridus Moestmans, die in 1603 voor de tweede maal huwde, leefde in 1607 in concubinaat met Elisabeth Struicx. Die dame had een paar jaar eerder een seksuele relatie gehad met zijn broer Arnoldus. Nog in datzelfde jaar werd Godefridus op weg naar de markt vermoord door Jan Sijben, die er behalve zijn wettige echtgenote ook een concubine, Catharina Maes, op na hield. De hiervoor genoemde Elisabeth Struicx had, voordat zij de concubine werd van Moestmans, in 1605 al een onwettig kind gekregen van Dionisius Kiebels. Die laatste maakte het op zijn beurt wel heel erg bont, want in datzelfde jaar verwekte hij bij zowel Elisabeth Struicx als bij Catharina Clompers een kind. En een zus van Elisabeth Struicx, Margaretha, was in 1603 de concubine van Jan Borchs. Die verwekte op zijn beurt een onwettig kind bij Catharina van de Manacker. In datzelfde jaar trouwde hij met een andere dame. Loopt het U door elkaar? Troost U, dat was toen ook al…
Kijk HIER voor alle berichten over het Nederweerts Verleden
Website: Nederweerts Verleden | Twitter @SGNederweert | © Nederweerts Verleden
Er zijn nog geen reacties geplaatst