Het leven van de hedendaagse mens wordt beheerst door pincodes en wachtwoorden. Betalen, mobiel bellen, internetten, bestellen en wat dies meer zij vergt tegenwoordig een code. Dat was vroeger wel anders. De meeste mensen bewaarden geld en waardepapieren in een sok of in een la. Alleen de notaris, bankier en pastoor hadden een code. Die hadden zij nodig om hun brandkast te openen.
In 1937 overleed pastoor Leonard Veltmans van de St. Lambertusparochie. Hij stond bekend om zijn strenge, onbuigzame en gesloten karakter. Na zijn overlijden bleek Veltmans de code van het slot van de kerkelijke brandkast in zijn graf te hebben meegenomen. De brandkast in de sacristie van de St. Lambertuskerk had een programmeerbaar viervoudig letterslot met de letters A tot en met Z. Daarvan loopt het aantal theoretische combinaties al gauw op tot zo’n 400.000 mogelijkheden. Onbegonnen werk dus om die allemaal uit te proberen, nog afgezien van het feit dat zijn opvolger Krijn niet zoveel geduld had. Deze pastoor nam smid Fons Bruekers in de arm. Die had een vaardige hand bij het kraken van allerhande sloten en sluitingen. De smid ging echter niet aan de slag met het uitproberen van honderdduizenden lettercombinaties maar verplaatste zich als het ware in de schoenen van pastoor Veltmans. Hij liep hetzelfde pad over het kerkhof dat de pastoor dagelijks van zijn woning in de Schoolstraat naar de kerk nam, in de hoop aanwijzingen voor de code te zien. Bruekers passeerde tijdens de wandeling een groot graf met daarop de opvallende tekst PIUS (vroom, toegewijd). En ja hoor, met die vierletterige combinatie kon de kluis geopend worden.
Ook de pastoor van Ospel was in het bezit van een kluis waarin de kostbaarheden en archiefstukken van de kerk werden bewaard. Deze kluis was van het Duitse merk Kromer en was voorzien van een zogenaamd “Drehgriff Automat Combination”-slot. Dat kon worden geopend met een viercijferige code (in dit geval 4-8-2-1). Op 27 september 1944 werd de kerktoren van Ospel door de Duitse bezetters met dynamiet opgeblazen. De torenspits en een deel van de kerk en het interieur werden verwoest. Kort tevoren hadden de Duitsers hun oog laten vallen op de brandkast in de sacristie van de kerk. Men vermoedde daarin kostbaarheden aan te treffen. Met behulp van een landmijn werd de deur van de kluis opgeblazen. Deze werd zwaar beschadigd en de aanwezige gouden en zilveren voorwerpen werden geroofd. Slechts een achtergebleven gouden damesoorbel werd na de beroving in een kier van de kast teruggevonden. Het restant van de kluis werd na de bevrijding door smid Fons Bruekers als schroot aangekocht. Hij verving de verwrongen stalen deur door een nieuwe en zo deed de Ospelse kluis tot ver in de jaren tachtig van de vorige eeuw dienst als brandkast van de firma Gebr. Bruekers in de Kerkstraat. Het oude combinatieslot bleef bewaard.
Kijk HIER voor alle berichten over het Nederweerts Verleden
Website: Nederweerts Verleden | Twitter @SGNederweert | © Nederweerts Verleden
Er zijn nog geen reacties geplaatst