Jubileum en mijlpaal

Als eeuwen geleden iemand de 80-jarige leeftijd overschreed, stopte men het tellen van de jaren. Zo’n hoge leeftijd was uitermate zeldzaam en in de beleving ging zo iemand, ongeacht zijn of haar leeftijd, door voor ‘octogenarius’, dat wil zeggen (méér dan) tachtigjarige. Het exacte leeftijdsgetal kwam niet zo nauw. Die nonchalance met data en getallen gold soms ook voor andersoortige mijlpalen.

De Leveroyse schutterij St. Barbara is waarschijnlijk in of voor 1627 opgericht. In elk geval staat het jaartal 1627 op een vogel van het schutterszilver en op de schutterijvlag. Het 350-jarig bestaan werd echter niet in 1977 maar pas in 1978 gevierd. De schutterij bestond toen dus 351 jaar.
Nog een interpretatieverschil in Leveroy: in 1982 werd met een scala aan festiviteiten, een tentoonstelling en een herdenkingsboek, het 365-jarig bestaan van de St. Barbara-parochie gevierd. Het stichtingsjaar was ontleend aan een enkele jaren eerder herontdekt document uit 1617 dat betrekking had op de kapel van Leveroy. Ten onrechte werd die acte verward met een oprichtingsacte van de parochie. De stichting van de parochie vond pas enkele jaren later plaats, in 1620. De feestelijkheden waren feitelijk drie jaar te vroeg. Schokkend is dat allemaal natuurlijk niet.
Ook andersoortige mijlpalen waren wel eens discutabel. Een van de meest roemruchte Nederweerter ‘telkwesties’ speelde zich af in 1933. Bij de geboorte van de 7000e inwoner ontstond er een dispuut tussen de ouders van de 7000e en de 7001e boreling. De kwestie escaleerde zelfs zodanig dat er een moordaanslag op burgemeester van Uden werd gepleegd.

De leeftijd van de St. Lambertuskerk was ook lange tijd een troebele zaak. De interpretaties van de tekst op de ‘eerste steen’ van de kerktoren varieerden van het jaar 1400, 1407, 1410, 1440 en (als enige juiste) het jaar 1467. Met foutieve herdenkingsmomenten als gevolg. Ook bij het vieren van jubilea van verenigingen en organisaties werd er met data gehusseld. Met veel feestelijkheden werd herdacht dat de Zusters Franciscanessen uit Heythuysen zich 50 jaar eerder, op 15 november 1865, hadden gevestigd in Nederweert. Dat berustte op een vergissing want de vestiging vond pas een jaar later, in 1866, plaats. Bij het honderdjarig bestaan in 1966 kwam alles weer op zijn pootjes terecht.

In juni 1950 vierde de toen nog jonge Harmonie St. Joseph met een groot festival en concours (‘in de feestweide van de heer J. Bongers Kerkstraat’) het 100-jarig bestaan (1850-1950) van de georganiseerde muziekbeoefening in Nederweert. Pas jaren later werd door archiefonderzoek van wijlen Huub Janssen duidelijk dat men er flink naast zat. De oudste muziekvereniging bleek Fanfare Burgerlust te zijn, die pas in 1875 was opgericht. De feestvreugde heeft er gelukkig niet onder geleden en muziek zal er ook voordien wel gemaakt zijn.

Dit artikel is overigens écht de honderdste aflevering uit de rubriek ‘Nederweerts Verleden’. Dank voor de vele reacties op eerder verschenen afleveringen. De volgende aflevering ligt alweer op de plank.

Alfons Bruekers