O zomer, superioriteit der seizoenen, wanneer verspreidt gij uw verwarmende zonnestralen over onze uitgestrekte Nederweertse velden en wegen. Tot op heden floreerde u in afwezigheid, de dagen zijn namelijk kort, koud en kut. Deze ellendige miserére houdt daarom al veel te lang aan, het bleke Nederlandse publiek heeft een schrijnende behoefte aan de zonnige vitamines D en al het bijkomende genot van dien. Genoeg winter voor nu dacht ik zo.
Je merkt het overal aan. De gemiddelde daginvulling in de winter is armoedig; ’s morgens staat het werkvolk met chagrijnige gezichten en dampende ademwolkjes hun autoruiten zuiver te krassen, waarna ze voor het aanbreken van dag en dauw naar hun meest gehate plek op aarde rijden: het kantoor. Dit laatstgenoemde duistere plekje ziet er in de winter – zo waar mogelijk- nóg schrikwekkender uit: iedereen ziet er een beetje grijzig uit, de kantoorplanten hangen als een slappe pik in hun vazen en als je naar de grijze massa buiten kijkt, prikken de tranen al helemaal in je ogen. Winterse dagen zijn als wedstrijden van Feyenoord: helemaal niet leuk.
Het is nog een lange tijd voordat er weer onder het oog van een helderblauwe hemel gebarbecued kan worden. Het lichte briesje is helaas nog altijd een gure wind en de sporadische sneeuw getuigt ook van deze ellende. We kunnen slechts weemoedig vooruit blikken op de mogelijkheden die de zomer met zich meebrengt: volle terrassen tijdens lange zwoele zomeravonden onder het genot van vele glazen witbier. Helaas staan daar tot op heden nog donkere avonden met een deken en glühwein tegenover. Bah.
Er zijn nog geen reacties geplaatst