De Gemeente Someren verbiedt het hervatten alle bedrijfsactiviteiten van banden recycling bedrijf Van den Hoogen Recycling BV in Someren-Heide en biedt schadeloosstelling aan nadat het bedrijf vorig jaar november volledig in as is opgegaan.
In de nacht van 6 november 2016 is er een zeer grote brand uitgebroken bij recyclingbedrijf Van den Hoogen Recycling BV aan de Groeneweg in Someren-Heide. Omdat er zich een ondoordringbare korst op de gesmolten rubber vormde was het lastig om met water of andere blusmiddelen bij de kern van de brand te komen. De brand was om die reden moeilijk te bestrijden en de brandweer heeft tot 11 november nodig gehad om het vuur volledig te doven. Afhankelijk van de windrichting was het tot in Nederweert te ruiken.
De gemeente heeft vandaag Van den Hoogen Recycling in Someren-Heide verboden zijn bedrijf aan de Groeneweg weer in gebruik te nemen. Tegelijk biedt de gemeente de ondernemer een schadeloosstelling van € 802.000,–, op voorwaarde dat hij het eigendom overdraagt aan de gemeente. Bovendien moet hij afzien van planschade bij een toekomstige bestemmingsplanwijziging en hij moet bodem, gebroken puin daaronder en grondwater schoon opleveren. Uiterlijk 26 januari moet hij de bedrijfsvoering definitief beëindigd hebben.
Voorkomen herstart
Het college heeft steeds verklaard een herstart van het afgebrande bedrijf op de huidige locatie te willen voorkomen. Over een mogelijke overname van het terrein is al geruime tijd overleg met de ondernemer. Na het leegruimen van het bedrijfsterrein is de ondernemer sinds kort weer gestart met activiteiten op zijn terrein en dat heeft grote onrust veroorzaakt bij de omwonenden. Het college neemt de klachten van omwonenden zeer serieus en heeft daarom besloten tot deze 3e Last onder bestuursdwang, gericht op het definitief beëindigen van het bedrijf op deze locatie.
Geen toekomst op deze locatie
Het bedrijf heeft, naar het oordeel van de gemeente, geen toekomst meer op deze locatie. Daar zijn verschillende oorzaken voor. In het verleden heeft de ondernemer een shredder ingezet om het rubber te verkleinen en daardoor kostenefficiënter te kunnen afvoeren. Het gebruik van deze shredder is binnen de geldende regels voor het bedrijf verboden, er is meerdere keren in het verleden tegen opgetreden en het zal ook niet meer worden getolereerd. Dat houdt een beperking in van de best mogelijke bedrijfsvoering. Daarnaast heeft de gemeenteraad op 14 november jl een voorbereidingsbesluit genomen, dat het startpunt vormt voor een bestemmingsplanwijziging (in 2017). Dan zal naar alle waarschijnlijkheid de locatie niet meer voor deze bedrijfsdoeleinden kunnen worden gebruikt. Het nu wél toestaan van een herstart drijft dan uiteindelijk de schadeloosstelling voor de gemeente op omdat er bij een herstart juridische procedures zullen worden gevoerd en investeringen zullen worden gedaan. Die kosten zullen bij een latere schadeloosstelling verhaald worden op de gemeente.
Geen zienswijze
Het college doet daarbij een beroep op art 4.11 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het spoedeisend belang: het voorkómen van te verhalen kosten en de grote onrust bij omwonenden. Dat betekent dat de ondernemer in dit geval niet de mogelijkheid krijgt een zienswijze in te dienen. Wel zal een hoorzitting plaatsvinden, mocht er bezwaar aangetekend worden tegen dit besluit.
Als de ondernemer op uiterlijk 26 januari 2017 de bedrijfsvoering op zijn terrein niet definitief beëindigd heeft, zal de gemeente hiervoor zorgdragen, op kosten van de ondernemer.
Er zijn nog geen reacties geplaatst