Vrijdagavond, de intercity van Amsterdam naar Weert. De coupé vult zich gestaag met beginnende stappers, afgewerkte kantoorklerken en dagjesmensen bepakt met tientallen tassen koopwaar. Net na de avondspits is de trein halfvol; iedereen heeft de luxe een eigen bankje te kunnen bezetten. Onderling contact tussen de forensen is er niet; everybody’s minding their own bussiness.
De pikzwarte, weerspiegelende ramen beletten de reizigers oeverloos naar buiten te staren. Verveling heerst. Telefoontjes worden in en uit broekzakken gehaald, in poging de saaiheid weg te appen. Al na een kwartier blijkt het onvermijdelijke werkelijkheid: dit wordt anderhalf uur oeverloos naar de volgende hoofdsteun kijken. Door het niet aflatende gebrek aan beleving en beroering groeien de medepassagiers ondertussen uit tot interessante individuen, overgeleverd aan jouw interpretatie.
Zo ook twee meisjes, een jaar of twintig, licht getint die giechelend naast elkaar zitten. Door hun exotische voorkomen worden de twee meteen voorzien van een imago, beter gezegd stigma. Echter blijkt ditzelfde beeld een vijftal minuten niet correct wanneer de twee stiekem doch zichtbaar hand in hand zitten. Een sfeer van verhulde liefde valt niet meer te ontkennen, vooral hun Islamitische voorkomen zinspeelt op een verkering die vooralsnog de kast niet uit is.
In tegenstelling tot de andere reizigers schijnen de twee intens te genieten van de treinrit. Zichtbaar genietend van elkaars aanwezigheid fluisteren ze giechelend geheimpjes in elkaars oor. Heimelijke stiekeme verlangens die hun –wellicht- orthodoxe achtergrond niet zou goedkeuren. Gemeenschappelijke fantasieën die de twee alleen in een spreekwoordelijke schaduw kunnen delen. Gesloten voor de buitenwereld, open in de anonimiteit van een trein.
Vluchtige zoentjes en aaiende knuffels volgen in het liefdesnestje drie rijen verder. De twee lijken de collectieve verveling die de coupé vult absoluut niet te delen. Onafgebroken praten ze, lachend over onverstaanbare grapjes die soms in Arabisch herhaald lijken te worden. De twee zijn voorzien. Voorzien van een verkering waar menig filmscript niet tegenop kan.
Er zijn nog geen reacties geplaatst