Sedert drie weken bivakkeert uw getrouwe verslaggever des levens zich in het Hoge Noorden. Daar waar de ‘g’ schraapt en carnaval niet bestaat verblijft hij onder toezicht van gastvrije familieleden die hoogst toevallig een tiental dagen in Egypte verblijven. Het enige resterende familielid in het lege huis is zodoende Sammie, de poes.
Tot op heden ben ik een hondenmens, de poes heeft mij -uitzonderingen daargelaten- nooit kunnen behagen. Dit soort gedierte heeft namelijk door haar etiquettaire tred bij mij voorgoed de sympathie verspeeld. Veel liever heb ik van doen met een enthousiaste, kwijlende hond die kwispelend een kogel voor je zou opvangen.
Sammie voelde dit aan, vanaf de eerste week. Sceptisch en met hoge rug sloeg hij gade wanneer ik ergens heenliep. Pogingen tot aaien werden ontweken en koude blikken werden uitgewisseld. Totdat de woensdag zich aandiende.
De familie vertrok en liet mij achter met een ongemakkelijke stilte tussen Sammie en de indringer. De eerste dag verliep stroef, waarbij iedere aanwezigheid in gelijke ruimtes werd gemeden. Slechts gedurende het opgediende diner (Whiskas) bleef de parmantige poes met geheven tenen en kin hooghartig voortschrijden terwijl ik slechts meters verwijderd was.
Dag twee gaf echter reden tot hoop; na etenstijd was er warempel sprake van een gemoedelijke sfeer waarin uw afgezant gezamenlijk met de katachtige vrouwe op de bank plaatsnam. Een omwenteling volgde. Het een kwam tot ’t ander en voordat een fles wijn leeg was, lag ze met het hoofd op schoot. Een hoogst unieke situatie die tot op heden nog niet was voorgevallen.
De dagen nadien bleven prettig. Geleidelijk trok de roze wolk over ons heen en verblindde ons met afrodisiacum. We werden onafscheidelijk. Waar ik was, was Sammie. Ze volgde me naar de keuken, tuin en zelfs slaapkamer waarin we nader tot elkaar kwamen. Onze verstandhouding die in het begin nog zo afstandelijk en oppervlakkig was, bleek nu een bloeiende relatie die onder het genot van een krabpaal en sardientjes onderhouden werd. De lapjeskat had zich inmiddels een vaste positie toebedeelt in het hart en was niet voorbereid op een spontaan vertrek op de vrijdag. Zodoende duurt het wederzien nog tot maandag, tot die tijd probeer ik het gemis weg te drinken tijdens carnaval.
Er zijn nog geen reacties geplaatst