Voor eenieder die nog niet kennis heeft genomen van de wetenschap wie deze bijnaam draagt, prijst uzelf gelukkig. U bent namelijk nog niet besmet van het lyrische virus dat Bruce Springsteen heet. Deze import-Amerikaan uit New Jersey heeft namelijk een leven achter de rug dat onbeschrijfelijk is beschreven in zijn biografie. Verder geen reclame hoor.
De dikke pil die zijn levensverhaal omvat weegt daarom zowel letterlijk als figuurlijk zwaar. Van begin tot eind vertelt hij in firstperson-perspectief hoe zijn weg er tot dusver uitzag. Zonder het spoileralarm te hoeven luiden, is dit een verhaal dat een uniek beeld geeft van een mens dat met een waarheidsgetrouwe blue collar-mentaliteit niets minder dan perfectie nastreeft. Springsteen opent zijn mantel en laat een wereld vol stadionoptredens, euforische momenten en puur geluk zien, maar schetst ook het zwartgallige beeld van de zielenpijn die ermee gepaard blijkt gaan. Volkomen eerlijk en oprecht vertelt hij zijn verhaal waarin schaamte noch schande geschuwd wordt.
De perceptie van een beroemdheid is vaak zoals die van een halfgod. Wanneer je kop genoeg op tv komt, stromen er vanzelf stadions vol met mensen die allemaal eerbiedig twee meter lager plaatsnemen. Het geldende bewijs daarvoor zijn vaak de magische kunsten met muziek, film of andere artisticiteiten. Zodoende leek in mijn ogen Bruce Springsteen stiekem engelenvleugels te bezitten. Niks schijnt minder waar in zijn geval. The Boss is dan zeker vereringswaardig, maar blijft schijnbaar ook gewoon menselijk.
Er zijn nog geen reacties geplaatst