Voorkom winderigheid door de juiste voedselcombinaties!

Er zijn veel mensen die last hebben van een opgezette buik, zure oprispingen, een branderig gevoel in de slokdarm, opgezette maag en darmen, winderigheid en een zwaar gevoel na een maaltijd. Het is niet algemeen bekend hoe dit kan, maar het heeft vaak te maken met verkeerde voedselcombinaties.

Ieder voedingsmiddel heeft een dominante waarde. Dat wil zeggen dat één voedingsstof sterk aanwezig is. Voor iedere voedingsstof zijn er specifieke enzymen nodig om deze te verteren. Door meerdere voedingsmiddelen met verschillende dominanten samen te eten, wordt het verteren in de war gebracht. Het zijn immers de dominanten die niet altijd verenigbaar zijn. Door geen rekening te houden met de voedselcombinaties verloopt het verteringsproces onregelmatig. Eerder genoemde klachten zoals winderigheid kunnen hierdoor voorkomen.

Goede voedselcombinaties:

• Eiwit en vet: denk hierbij aan vlees, vis, kaas of noten, zaden en pitten.

Voegt men aan eiwitrijke voedingsmiddelen nog extra vet toe, dan verstoort men de verhouding eiwit-vet en wordt het een verkeerde combinatie.

• Zetmeel en vet: denk hierbij aan brood en boter of spaghetti met botersaus.

Door de aanwezigheid van vet blijft het zetmeel langer in de maag en wordt het beter verteerd.

• Vet en zuur: denk hierbij aan vette vis met citroensap of noten met zure vruchten.

Het zuur gaat vet emulgeren of voor-verteren waardoor het beter verteerbaar is. Vet, meestal in de vorm van olie, is sterk geconcentreerd en verteerd moeilijk.

• Suiker en zuur: denk hierbij aan yoghurt met suikerrijk fruit of zoet –zure saus.

Het zuur stabiliseert de suiker en belet gisting en zorgt voor een langere houdbaarheid.

Slechte voedselcombinaties:

• Eiwit en zetmeel: denk hierbij aan brood met kaas, vlees met aardappelen of kip met rijst.

De meest voorkomende slechte voedselcombinatie. Dit kom omdat zetmeel het voedingspatroon nog altijd domineert.

• Zetmeel en suiker: denk hierbij aan brood met zoet beleg, wafels of gebak.

Komt eveneens zeer vaak voor door het massale gebruik van suiker en zetmeel. Omdat de suiker aan het zetmeel is toegevoegd, zoals bij gebak of als zoet beleg op de boterham wordt gebruikt, krijgt de suiker in de maag niet of onvoldoende de kans om in contact te treden met het maagzuur en gaat gisten.

• Zetmeel en zuur: denk hierbij aan brood met tomaten, spaghetti met tomatensaus, aardappelen met zure saus, aardappelpuree met zuurkool, aardappelen met groenten in melkzuur, aardappelen met mosterd of mosterdsaus of deegwaren of aardappelen met rolmops in azijn.

Het zuur verzuurt het speeksel. Daardoor kan de voorvertering in de mond niet plaatsvinden. Er blijven onverteerbare zetmeelresten achter die over gaan in gisting. De tomaat is een lichtzure vrucht. Mensen met een zwak verteringsstelsel zullen last hebben als ze tomaten met zetmeelrijke voeding gebruiken. Anderen merken daar niets van.

• Eiwit en zuur: denk hierbij aan vlees met melkzure groenten, rijst met currysaus, kip met ananas, kaas met mosterd, worst met zuurkool of haring in azijn.

Dit is een slechte combinatie omdat zuur de maagzuurproductie afremt. Mensen met een verzuurde maag of maagzweer zullen spontaan zure dingen eten of drinken wat verzachtend werkt. Deze werking is voeding fysiologisch te verklaren. Eiwit heeft voor zijn vertering juist veel maagzuur nodig.

• Vet en suiker: denk hierbij aan avocado met banaan of suikerrijk fruit, noten met suikerrijk fruit, kaas met jam of confituur of gezoete notenpasta.

Als vet met suiker wordt vermengd, vormt er zich een mantel rond de suikerkorrels. De suiker krijgt daardoor geen kans om in aanraking te komen met de maagwand en het maagzuur. Deze opgesloten suikerkorrels gaan over tot gisting en winderigheid ligt op loer

• Eiwit en suiker: denk hierbij aan vlees met zoete saus, vis met fruit of vlees met appelmoes.

Deze slechte voedselcombinatie komt niet zoveel voor omdat eiwitrijke voedingsmiddelen zelden koolhydraat bevatten. Bij het samenstellen van gerechten kan dat wel, maar men maakt er minder gebruik van. Eiwit komt altijd in combinatie voor met vet. Voegt men suiker aan vet toe, dan krijgt men hetzelfde probleem als vet met suiker.