Dat de toenemende digitalisering van grote invloed is op ons dagelijkse bestaan, is een open deur. Je complete sociale bestaan en alle informatie die er wereldwijd voorhanden is, draag je dagelijks mee in je broekzak. Bij thuiskomst bliep je je digitale tv aan en check je je mailbox, om uiteindelijk nog wat whatsappjes rond te sturen over je avondplanning . Vaste prik ondertussen. Enige dilemma dat resteert: van welk merk kopen we al deze elektronica?
Dit dilemma wordt grotendeels georganiseerd door één tech-reus: Apple. Hun ultradunne, flitsende, onnavolgbare Iphones zijn ondertussen voor velen uitgegroeid tot must haves. Dat deze primaire technologische levensbehoeften voorzien zijn van fikse prijskaartjes lijkt daarbij geen drempel. De telefoonkwekers bij Apple zien dat. Jaarlijks schieten ze diverse ‘nieuwe’ modellen de wereld in om vervolgens in hun vuistje te lachen door de wetenschap dat er geen bal nieuw is aan deze verse versies.
Het publiek stort zich op de nieuwe modellen zoals een hond op een bot. Trots paraderen ze met überbreekbare glazen Iphonetjes rond, om vervolgens eens in het kwartaal bij de reparatieservice van de technologische groenteboer aan te kloppen. Lekker lucratief, zo denkt deze. Het mes snijdt namelijk aan twee kanten door de appel: de aankoop plus broodnodige gadgets leveren al flink wat bedragen op, maar ook een paar nieuwe schermpjes per telefoon spekt de kas.
Toch waren ze nog té goedkoop, deze broekzak-devices. Op de afdeling strategie zal daarom naarstig zijn gezocht naar nog meer inkomsten. En die vonden ze. Opladers en hoofdtelefoons kenden plotseling nieuwe aansluitingen, je wordt dus verplicht om nogmaals te investeren. Lekker dan. Geld moet rollen luidt het decadente credo, maar niet altijd richting dezelfde partij.
Er zijn nog geen reacties geplaatst