Een jaar geleden gaven Provinciale Staten opdracht om naast de optie Randweg Nederweert een nieuw alternatief voor de N266/N275 uit te werken. Dat moest gebeuren volgens de principes van het provinciaal Mobiliteitsplan: ‘zou het eventueel ook anders kunnen?’. Een projectgroep ging hiermee samen met inhoudsdeskundigen en lokale belangengroepen aan de slag. Tijdens een werkbijeenkomst in november bespreken Provinciale Staten en de gemeenteraad het nieuwe alternatief.
Eerste alternatief
De provincie Limburg en de gemeente werken al jaren samen aan de verbetering van de huidige verbinding tussen de A2, N275 en N266. Dit leidde tot een zogenaamd voorkeursalternatief, beter bekend als randweg. Dit is met een advies van de gemeenteraad van Nederweert voorgelegd aan Provinciale Staten (PS).
Nieuw alternatief uitwerken
PS vonden dat de omstandigheden sinds de start van het project zijn veranderd. De economie trok aan en er is een andere kijk op het oplossen van verkeersknelpunten. Op 29 september 2017 stelden PS daarom een nieuwe projectopdracht vast. Die luidde: ‘werk een nieuw alternatief uit volgens de principes van het provinciaal Mobiliteitsplan en vergelijk dit alternatief vervolgens met het voorkeursalternatief van de randweg’.
Principes Mobiliteitsplan
Het Mobiliteitsplan Limburg kijkt hoe mobiliteit kan bijdragen aan lokale, regionale en provinciale ambities en plannen en/of een oplossing kan bieden aan het oplossen van aanwezige knelpunten. Dit kan op verschillende manieren. Denk aan andere vormen van vervoer en het beïnvloeden van gedrag van verkeersdeelnemers. Ook het aanpassen van kruispunten of rotondes hoort daarbij. Pas als die maatregelen onvoldoende zijn, is het een optie om te kiezen voor het aanleggen van nieuwe infrastructuur (asfalt) zoals een randweg.
Shareholders en stakeholders
Voor het ontwikkelen van het alternatief kwamen inhoudsdeskundigen van betrokken organisaties (stakeholders) en vertegenwoordigers van lokale belangengroepen (shareholders) het afgelopen jaar zeven keer met de projectgroep bij elkaar. Samen werkten ze de opdracht uit. Ze startten met het benoemen van de gebiedskwaliteiten, de knelpunten, ambities, en eventuele tegenstrijdigheden hierin. Hierna keken ze of en hoe mobiliteit een bijdrage kan leveren aan het realiseren van de ambities of het oplossen van knelpunten.
Werksessie met raads- en statenleden
Uiteindelijk stelden de stakeholders en shareholders een nieuw alternatief voor, dat zich richt op het oplossen van knelpunten op het huidige tracé van de N275 en N266. PS en de gemeenteraad bespreken dit alternatief tijdens een werkbijeenkomst in november. Ook de stakeholders en shareholders zijn daarvoor als toehoorder uitgenodigd. Daarna wordt het alternatief vastgesteld door de colleges van Gedeputeerde Staten (GS) en burgemeester en wethouders (B&W). Afgelopen week was de laatste bijeenkomst met de stakeholders en shareholders. Namens de projectgroep was er een welgemeend ‘dankjewel’ voor hun inbreng.
Alternatieven vergelijken
Om het nieuwe alternatief objectief te kunnen vergelijken met het randwegalternatief is het nodig om beide alternatieven gelijkwaardig uit te werken. Voor het nieuwe alternatief doen ze alle relevante onderzoeken die in het verleden ook zijn uitgevoerd voor de randweg. Omdat de onderzoeken voor de randweg al enkele jaren oud zijn, stellen ze deze indien nodig bij. Ook bekijken ze voor het nieuwe alternatief welke onderdelen van de Kanaalzone ze kunnen realiseren. Ten slotte bekijken ze of er compenserende maatregelen zijn om de belangrijkste knelpunten van beide alternatieven te verminderen of op te lossen. Daar gaat de projectgroep tot november mee aan de slag. Er is nog een lange weg te gaan om tot een keuze voor één van de beide alternatieven te kunnen komen. Met het aanwijzen van een tweede alternatief is een belangrijke stap gezet in het proces.
Er zijn nog geen reacties geplaatst.