Voor velen is het de reden om ieder weekend af te reizen naar de kermis van Harderwijk, Olst of Aalten: gokautomaten. Volledige maandsalarissen, spaarvarkens en het studiefonds voor de kinderen verdwijnen in de zuigende muntgaatjes van de gokkast. Deze goknomaden die wekelijks op zoek zijn naar hun winnende lot, munt of speelkaart zijn dit weekend te aanschouwen in Weert. Let op: aai ze niet tijdens hun spel, ze zullen maar net hun beoogde fortuin mislopen.
Met jofele kledij, starre blik en een emmertje vol munten analyseren zij welke kast hun bestaan als rentenier zal gaan verzorgen. Vooral bij de kansspelparadijzen waarbij het verschuiven van munten de kermispunten oplevert, drommen ze samen. Op het ritme van de schuivende lade werpen ze hun ijzerwaar in, hopend op die worp waardoor de hele helse bende in het uitgiftevak terecht komt.
Waarschijnlijk telt bij deze vorm van inkomstenwerving niet het uiteindelijke resultaat maar de weg daarnaartoe. De minuscule doses van het gelukshormoon dopamine die vrijkomen als punten worden vergaard, brengen de aspirant-miljonair in hogere sferen. De drang naar de grote klapper blijft echter. De chronische geldhonger die zich van de fortune seekers meester maakt, zorgt voor een innige verbintenis tussen gokautomaat en gebruiker. Ooit zal de Here God meekijken en met een simpele handomzwaai de zwoegende kansspeler een Porsche, ingebouwde jacuzzi of ivoren standbeeld cadeau doen. Heilig van overtuigd.
Tot die tijd blijven ze proberen, wachtend op die zevencijferige bankrekening. Met volle focus en geautomatiseerde oog-hand-muntcoördinatie bewandelen ze wekelijks kermissen in elke uithoek van het land. Dikwijls voor gek verklaard, uitgelachen of meelijdend op ingepraat. ‘Wacht maar’, denken zij, ‘iedereen piept wel anders als die duizend puntenkaart binnen is.’
Er zijn nog geen reacties geplaatst