De gemiddelde winkelstraat van twintig jaar geleden was bruisend, druk bezocht en vol. Vacante winkelpanden waren net zo zeldzaam als vegetarische slagers. Tegenwoordig is dit anders: internetwinkels voeren de boventoon waardoor authentieke winkels verdwijnen als pudding door een vergiet. Rijst daarom de vraag: hoe ziet een centrum er over twintig jaar uit?
Hoe vaak is er al gezucht bij de herinneringen aan het Nederweert van toen; tientallen cafés, discotheken en dergelijke uitgaansgelegenheden behoorden tot de spil van het dorp. Naar verluidt was iedere zondag geen stuk straat meer te zien. ‘Zwert van de minse’, en dat zonder vluchtelingenstroom of undercover rasta-burgemeesters. Een promillageparadijs pur sang, als je de snikkende sentimentfiguren moet geloven. Gouden tijden waar velen warme herinneringen (en katers) aan koesteren.
Weinig meer van over, dat promillageparadijs. De uitgaansgelegenheden zijn ondertussen op één hand te tellen. Daarbij ligt er weer een nieuwe kaper op de kust; de internetwinkel. Want waarom acht uur sjokkend achter je vrouw aanlopen terwijl zij jou bepakt als een nomadenkameel uit Soedan als ze ook vanachter de computer haar jurkjes en laarzen kan bestellen?
Drie keer klikken en je nieuwe inboedel wordt kosteloos bezorgd, lekker toch. Ja, maar die bruisende centra delven daardoor het onderspit. Want: hoe ziet een straat uit zonder Kijkshops, V&D’s, en Free Record Shops? Voorgaande drie legden al het loodje, andere winkelketens voelen de hijgende adem van de e-commerce al in de nek.
Wat zijn de alternatieven? Woonflats? Alle horeca centreren? Een meer? Opties die bijvoorbeeld de gemeente Weert ongetwijfeld heeft afgewogen. Daar zijn de makelaarposters immers alom vertegenwoordigd op winkelruiten. Wat Nederweert betreft mag het gigantische uitgaansaanbod terugkomen. Vrouwlief shopt in alle heerlijkheid vanuit d’r luie stoel en die nomadenkameel laat zich lekker vollopen in de plaatselijke kroegen.
Er zijn nog geen reacties geplaatst