In een perifere provincie waar het publiek zijn weg naar de Randstad vindt, bevindt zich één dorpje dat zich niet laat temmen door vergrijzing. Nederweert, het dorp dat zich –naar verluidt- ten tijde van de Romeinen pas als laatste, na flinke tegenstand, overgaf. Volgens discutabele bronnen meldden de Romeinen zich aan de Nederweertse poort, maar vingen bot. ‘You shall not pass’, zal een Gandalf-achtig figuur destijds hebben gezegd. True story? Geen idee.
Zesentwintighonderd jaar later is er weinig veranderd. Nederweertenaren gelden nog altijd als ware Galliërs van het Peelgebied. Onafhankelijk en terecht chauvinistisch. Pogingen van gemeentelijke herindelingen overleefde het; buurman Weert ondernam acties om dit pittoreske paradijs op te slokken. Over ons lijk. Nederweert blijft bovenop zijn eigen apenrots staan.
In tegenstelling tot veel Limburgse gemeenten waar vergrijzing en leegloop stille straten veroorzaken, groeit deze gemeente. Dusdanige groei dat de zoektocht naar een woning in Nederweert gelijk staat aan het vinden van geiten in de Noordzee. De vraag naar woonruimte is er daarom in grote mate. Het aanbod echter niet. Logischerwijs zal daar een betonnen oplossing voor moeten komen. Al sinds 2001 is het huidige centrumplan operatief. Zeventien jaar later (!) lijkt er een eindstation in zicht. Toch stuit het plan op weerstand; vijf verdiepingen hoog zou Nederweert ontsieren. Daarbij is er belastinggeld mee gemoeid terwijl vastgoed onderhevig zou moeten zijn aan marktwerking, kortom: geen bouw van bakstenen uit burgerbeurzen. Valt wat van te zeggen. Toch is er ondertussen al miljoenen aan gemeenschapsgeld mee gemoeid. Geld dat over de spreekwoordelijke balk wordt gesmeten als het centrumplan niet meer door zou gaan.
Zuidelijke Limburgse gemeenten kijken met jaloezie naar de bevolkingsgroei die hier actueel is. Hun krimpende gemeenten kennen eerder leegstand dan overschot. Luxeprobleem lijkt me daarom. Laat maar komen die skyline.
Er zijn nog geen reacties geplaatst