Toerisme voor Limburg is als mayonaise in culinaire restaurants; het had wel wat meer gemogen. Iedere stad, dorp of gehucht afficheert zich daarom graag met haar voornaamste publiekstrekker. Zo poogde Maastricht de volgende culturele hoofdstad te worden, zette Heerlen zich neer als urban city en richtte Roermond zich op als Benelux-epicentrum waar zelfs onbeperkt Duitsers naar binnen mogen. Vraag die beklijft: wat propageert Nederweert?
Behalve een overdaad aan varkens,koeien, kippen en andere inwoners van Nederweert, is er in deze Gallische nederzetting geen denderend unique selling point. Jawel, er is een kerk, Kruidvat en een kalende man die onder het genot van een sigaar dagenlang naar kruispunten kijkt (echt waar), maar geen toerismekatalysator. Bij buurman Weert staan de zaken er anders voor: daar staan twee kapiteins op het toerismedek. Wethouder Gabriëls’ plugt Weert als Graaf van Horne-stad terwijl familie Hendrix de vlag van het Land van Antje pootte. Enfin, beter één te veel dan te weinig zou Holleeder hebben gezegd.
De Japanse kuststad Kawasaki zou wellicht als inspiratiebron kunnen dienen. Daar wordt namelijk ieder jaar het Piemelfestival gevierd. Duizenden mensen trekken er de straten op om hun liefde voor het mannelijk geslachtsdeel te openbaren. Waar een klein (geschapen) volk groot in kan zijn.
Zaken zoals de befaamde randweg, deurmatdiefstal of een aankomende wolkenkrabber zijn weliswaar the talk of the town, maar fungeren niet als uithangbord. Het alternatief dient zowel mysterieus als sexy te zijn waarbij het toekomstige publiek volledig ondergedompeld wordt in de Nederweertse beleving. De Japanse piemelstad begreep dat in de marketingwereld nog altijd de gouden regel ‘sex sells’ geldt. Nederweert zou daar nog een puntje aan kunnen zuigen.
1 Reactie
Hahahaha, dat Japanse met de bijbehorende processie graag.