Carnaval staat weer voor de deur en dat wil zeggen: vier dagen lang onbeschaamd een stuk in je hakken zuipen, van je fiets vallen en discutabele teksten aan de andere sekse verkopen. Voor een kort tijdsbestek boeien actualiteiten zoals de Brexit, Provinciale verkiezingen of de tussenstand van de Eredivisie niet. Cowboys, clowns en heerschappen met een meterlange fazantenveer maken de dienst uit tijdens carnaval, en niemand anders. Al dat plezier en jolijt kent echter ook een keerzijde; de geldverslindende horeca weet jouw zuurverdiende euro’s erg goed te vinden.
Carnaval-hotspots zoals ’t Lampegat (Eindhoven), Remunj of Mestreech worden overspoeld door lallende carnavalisten. Deze figuren verliezen meestal al snel iedere notie van de tussenstand van hun bankrekening. Daarom voedt het promillage zich gestaag door middel van de pinpas. Horeca-zaken spelen hier gretig op in door duizelingwekkende prijzen voor consumptiebonnen te hanteren. Bezopen militairen, konijnen en Max Verstappens slaan er toch geen acht op, zij swipen hun Mastercard moeiteloos langs iedere kassa. Daarbij blijven er altijd de nodige consumptiebonnen achter in broekzakken of tassenbodems. ‘Hoppa, gratis geld’, aldus het gros van de kasteleins.
Een ander punt is de traditionele toiletdame die achter een schoteltje met kleingeld huist. Deze kortpittig geknipte poortwachter dwingt de complete polonaise aan toiletgangers hun kleingeld af te staan. Bezopen eigenlijk, voor veel te veel geld laat je je vollopen met bier om datzelfde bier vervolgens tegen betaling weer te mogen lossen. De volgende stap zou een heffing zijn op zuurstof; bij binnenkomst dient de bezoeker te betalen voor de zuurstof die hij inademt, als hij diezelfde zuurstof vervolgens netjes ruftend retourneert, verzoekt een dienstdoende deurwaarder je met uitgestrekte arm tot een bijdrage. ‘Ja hallo, denk je dat lucht aan de bomen groeit of zo?!’
Dit alles is alleen mogelijk bij mensen die zich tijdens carnaval op een transcendente deliriumwolk bevinden. Geld is er om uitgegeven te worden, houden ze zich voor. Jack Poels van Rowwen Hèze wist het in 1991 al: ‘’Bestel mar want ge wit dat ik t neet kan loate.’’ Hij niet, jij niet en ik niet. Niemand niet.
1 Reactie
Waat ein gerustjstelling ……….det het neet verplichtj es…….. um vastelaoundj te vieren.