Ospels verleden blootgelegd (Foto’s)

Deze week is begonnen met het bouwrijp maken van het binnenterrein tussen Onze Lieve Vrouwestraat en Pastoor Vullersstraat in het centrum van Ospel. Op de plaats van het voormalige bedrijfsterrein van de firma van de Boom gaat binnenkort woningbouw worden gerealiseerd.

Onderzoek
In opdracht van de ontwikkelaars van het terrein en onder supervisie van de gemeente Nederweert werd van maandag tot en met woensdag archeologisch onderzoek uitgevoerd op dit terrein. Mede dankzij de constructieve medewerking van projectontwikkelaars en terreineigenaren kon dit onderzoek in deze vorm worden uitgevoerd. Dat gebeurde door een projectteam van Buro Geonius uit Geleen, aangevuld met een lokale amateur-archeoloog. Met een viertal lange zoeksleuven werd drie dagen lang onder prachtige weersomstandigheden een kijkje genomen in Ospel’s ondergronds verleden.

Spitsporen
Een deel van de bodem bleek verstoord te zijn door tamelijk recente sporen die samen hangen met de bedrijfsactiviteiten op deze plaats. Maar er werden ook veel oudere grondsporen gevonden. Sommige daarvan kunnen zelfs nog uit de middeleeuwen dateren. Zoals een omheiningsgreppel, sporen van leemwinning en ‘spitsporen’. Dat laatste zijn de zichtbare restanten van het spitten waarbij dit voormalige heidegebied door de eerste Ospelnaren in gebruik is genomen als landbouwgebied. Die sporen teken zich af als donkere sikkelvormige sporen in de gele, steriele ondergrond.

Tempelshof
Nu het archeologisch onderzoek in het veld voltooid is, kan het terrein worden vrijgegeven voor woningbouw. Het wachten is nu op de rapportage van de resultaten van het onderzoek. Een klein stukje Ospels verleden is hiermee blootgelegd. Een nieuwe straatnaam voor deze ‘inbreidingslocatie’ is al door B&W van Nederweert vastgesteld: Tempelshof. Genoemd naar de op deze locatie in 1928 door Pierre van de Boom (‘Tempels Pjaer’) gestichte smederij. Zo worden zowel de ondergrondse als de bovengrondse historie van Ospel vastgelegd voor de toekomst.

Tekst en foto’s: Alfons Bruekers