Je zal er maar aan moeten gaan staan. Een land besturen tijdens de coronacrisis. Sommige regeringsleiders slagen erin en houden het roer kalm vast. Anderen slaken in politieke achterkamertjes paniekerende kreten en proberen deze voor de bühne vervolgens angstvallig te onderdrukken. Het kaf wordt momenteel van het koren gescheiden.
Onze eigen Mark Rutte kan rekenen op veel lof. En terecht. De politiek leider weet zijn chronische glimlach te onderdrukken en maakt zowaar een onverzettelijke indruk die vertrouwen wekt. In tegenstelling tot de giechelende stropdas die normaal gesproken achter de microfoon staat, zien we nu een strenge doch rechtvaardige pater familias die zijn volgende periode als minister-president onbedoeld veilig stelt.
Lang niet overal kunnen mensen rekenen op leiders die zich belangeloos inzetten voor hun land. Neem bijvoorbeeld de blonde Amerikaanse trompet. Samen met zijn geliefde Twitter-kanon trekt hij ten strijde tegen iedereen die zijn leiderschap ter discussie stelt. Terwijl de volksgezondheid in zijn land zichtbaar de dupe is van zijn populisme blijft de zelfverklaarde Zonnekoning roeptoeteren dat hij dit allemaal allang zag aankomen. Het bewijs van dit gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef is te zien aan de gezichten van directe collega’s die vaak achter hem staan bij persconferenties. Zuchtend richten zij hun ogen naar de vloer als ze zien dat hun circusaapje het publiek weer met zijn eigen poep begint te bekogelen. Balen.
Andere regeringsleiders gaan nóg verder en steken hun kop helemaal in het zand. De Braziliaanse Bolsonaro bijvoorbeeld. Het coronavirus is volgens hem niets meer dan een gigantische angstcampagne van de media en roept Brazilianen daarom op om te doen alsof er niets aan de hand is. Het coronavirus treft volgens hem alleen zestigplussers, daarbij voegt de 65-jarige toe dat hij zelf geen risico loopt dankzij zijn atletische achtergrond. Doe mij dan maar Rutte; iets minder atletisch maar een stuk verstandiger.
Er zijn nog geen reacties geplaatst