De Corona-infectie of Covid-19-epidemie heeft de wereld in zijn greep en houdt ons zowel letterlijk als figuurlijk van de straat. Als het gaat om besmettelijke ziekten hebben onze voorouders trouwens al heel wat voor hun kiezen gehad. In deze miniserie nemen we u mee in de geschiedenis van pest, diarree en griep in Nederweert. Het wordt geen bijzonder vrolijk verhaal en hopelijk herhaalt de geschiedenis zich niet. Deze week de eerste aflevering, verzorgd door de Stichting Geschiedschrijving Nederweert.
Epidemiejaren
Ziekten als pokken, builenpest, griep, tuberculose (tering), dysenterie (diarree) en lepra waren vroeger gevreesd. Ze hebben onze streken diverse malen geteisterd en eisten duizenden slachtoffers. Net zo goed als onze ouders en grootouders nog weten te vertellen over de beruchte griepepidemie van 1918, spraken onze héél verre Nederweerter voorouders vol afschuw en ontzetting over de dysenterie-epidemie van 1779. De ergste epidemiejaren in Nederweert van ná de middeleeuwen op een rijtje gezet waren 1596, 1604, 1625, 1676, 1779, 1804 en 1918. Goed-opgeleide doktoren of huisartsen met vaste standplaats waren er in Nederweert pas vanaf omstreeks 1800.
Drie factoren speelden een rol bij het ontstaan en de verbreiding van besmettelijke ziekten. Op de eerste plaats waren dat de weersomstandigheden: in droge, warme zomers ontstond een gebrek aan vers water en verslechterde de kwaliteit van het water in stilstaande poelen en beken. Daarnaast speelde de verminderde weerstand van het lichaam een belangrijke rol. Jaren van misoogsten leidden tot voedseltekort en werden gevolgd door besmettelijke epidemieën vanwege de verzwakking van het lichaam.
En tenslotte mag de invloed van militairen niet onderschat worden. De regio waar Nederweert zich in bevond heeft bijna 250 jaar in permanente oorlogssituatie verkeerd. Omdat we grensgebied waren, wisselde het gezag nogal eens en was er de hele tijd sprake van inkwartieringen van legers. Die massale inkwartieringen leidden tot voedselschaarste en verzwakking van de bevolking. Bovendien stond dat troepentransport garant voor een snelle verplaatsing van infecties over grote afstanden. De militairen zorgden trouwens ook voor veel geslachtsziekten en ‘extra’ baby’s, maar dat is weer een ander verhaal. Sommige van de epidemieën zijn de geschiedenis in gegaan onder een specifieke naam, zoals het Rode Milisoen van 1596 en de Haastige Ziekte van 1604.
Het Rode Melisoen van 1596
In vroegere eeuwen was de diarree lang niet de relatief onschuldige vorm van buikontlasting zoals wij die kennen, maar een serieuze besmettelijke ziekte, die vaak de dood tot gevolg had. Men duidde deze ziekte veelal aan met de naam dysenterie. Dit was in feite een besmettelijke ontsteking van de dikke darm, veroorzaakt door bacillen. De ziekte ging gepaard met bloedontlasting, buikkrampen en diarree. Populaire benamingen waren rode loop, (rode) melisoen en buikloop. Men maakte onderscheid tussen de grauwe en de rode buikloop. De eerste vorm ging gepaard met geel-groene diarree; de tweede met acute darmbloedingen. De symptomen kwamen overeen met die van buiktyphus. Zoals gezegd waren die diarreekwalen van besmettelijke aard.
Een van de slechts weinige rechtstreekse berichten over besmettelijke ziekten in het zestiende-eeuwse Nederweert dateert uit 1596. In zijn dagboek tekende pastoor Driessens het volgende bericht op: ‘Anno 1596 in octobris heeft tot Nederweert den boucloop gheweest ende veel menschen daer van ghestorven’. In diezelfde maand oktober 1596 heerste ook in de Belgische Kempen en het Antwerpse platteland de besmetting van het ‘rode melisoen’. De overheid vaardigde maatregelen uit om verspreiding van de ziekte te voorkomen door de voor die tijd vooruitstrevende maatregel om zieken in afzondering te houden. Zo is van een vrouw bekend dat zij, besmet zijnde met de buikloop, door de overheid gedwongen werd tot quarantaine in haar huis. Haar laatste wil mocht zij luid via de voordeur schreeuwen, zodat de pastoor (die op straat stond) een en ander schriftelijk vast kon leggen. Een soort voorloper van de 1,5-meter regel van de huidige tijd.
De Haastige Ziekte van 1604
Een paar jaar later was het wéér raak. Ditmaal was het de Haastige ziekte oftewel de pest. Een besmettelijke infectieziekte, die voorkwam in twee hoofdvormen: de longpest en de builenpest. De longpest werd verspreid via druppeltjes speeksel en leidde tot snellere polsslag, ademhalingsproblemen en uiteindelijk coma. Deze vorm van pest was bijna in alle gevallen fataal. De builenpest daarentegen werd overgebracht door vlooienbeten en kenmerkte zich door puisten. Die groeiden uit tot zwarte zweren met als gevolg bloedvergiftiging. De overlevingskans bedroeg tussen de 20 en 40 %. Pas in 1894 werd de pestbacil ontdekt door de Fransman Yersin en wam er medicatie.
De epidemie van 1604 maakte in Nederweert veel slachtoffers. Tot de besmette inwoners hoorde Meij Henricx, de echtgenote van burgemeester Jan Henricx. In haar sterfbed lag zij, ‘bevangen met die haestige siecte der pest’ zo vermelden de archieven. De buren van het echtpaar durfden uit angst voor besmetting niet in huis te komen en wachtten geduldig bij de buitendeur op de kapelaan die haar de laatste sacramenten had toegediend. Bij het naar buiten gaan, vertelde kapelaan Jan Lochen aan de omstanders dat de stervende Meij hem haar laatste wil had verteld. Haar echtgenote, de burgemeester, liet echter weten dat hij het niet eens was met de regelingen die Meij in haar laatste minuten had getroffen. Dat leidde tot een langdurige rechtszaak. Henricx was tijdens zijn burgemeestersjaar zelf trouwens ook gedurende een periode van zeven weken in vrijwillige quarantaine gegaan. Dat was toen ‘de haestige siecte in mijnen huijse was ende ick derhalve niet onder t volck en moch verkeren’. Waarschijnlijk een vorm van thuiswerken dus.
De volgende aflevering uit deze miniserie gaat over de Kroatenziekte van 1625 en de Rode Loop van 1676.
Alfons Bruekers
2 Reacties
Hoe is het mogelijk dat in deze verschrikkelijke tijd je niks meer hoort over oorlogen en ander geweld. Vind dit erg raar het is alsof men nu door dit virus gebroederlijk naast elkaar staat.
Het klinkt raar: goed om te zien dat een gebrek aan diversiteit in ellendigheid je überhaupt opvalt.
Er is nog steeds een vluchtelingencrisis gaande in het zuiden van Europa. In Syrië is men niet de schade aan het opmaken, en er is een olie-ruzie tussen Saoedi Arabië en Rusland. Onder andere.
Ik ben ook op zoek naar het antwoord op je vraag.
Mocht iemand de fout maken om het nieuws 24 uur per dag aan te laten staan, dan kan je er uiteindelijk misschien met moeite een 20 minuten aan nieuwe informatie per dag uit filteren. Toch is het nagenoeg enkel Corona wat de klok slaat bij het journaal. En daarom ook bij de opinie programma’s die zich bezighouden me actualiteiten.