Een oude Amerikaanse legertruck trekt een carnavalswagen tijdens de optocht van 1951. Foto: Jef Kirkels.
Carnaval wordt ook wel het feest van de omgekeerde wereld genoemd. De boer wordt prins, de burgemeester treedt af en wordt burger. Bijna elke Limburgse gemeenschap draagt tijdens de vastelaovundj ook een schertsnaam. Iedereen kent de voorbeelden zelf. De Weertenaren heten van oudsher de Rogstaekers, een verwijzing naar hun vroegere stadsgenoten die een van een viskar gevallen rog aanzagen voor de duivel en in paniek met rieken begonnen te prikken in de morsdode vis.
Waar de benaming Rogstaekers ooit bedoeld was om de veronderstelde domheid van de Weertenaren aan de kaak te stellen, ging het bij ons in Nederweert precies omgekeerd. Daar noemen ze zich al van oudsher Pinmaekers. Dat is een verwijzing naar de vroegere turfstekers, die als zij een weekje naar de Peel trokken om in het veen te werken, houten pinnen in een turfblok staken. Elke dag één, en als er dan zeven pinnen in de turf zaten was het zondag en tijd om naar de kerk te gaan. Aldus gaan wij Nederweertenaren door als de zelfverklaarde uitvinders van de kalender. Net als de Maya’s en de Chinezen trouwens, al hebben die beter papieren maar dat terzijde. Pinmaekers is dus een geuzennaam om het vernuft van de Nederweertenaren te eren, en ook een beetje een dikke neus naar de Weerter buren. Een omkering binnen de omgekeerde wereld als het ware.
Fraaie catalogus
Hoewel er aanwijzingen zijn dat er in de zestiende eeuw al carnaval werd gevierd in Nederweert, is er pas sinds het einde van de negentiende eeuw sprake van georganiseerde activiteiten. Naar het schijnt was er al in 1895 in Ospel een carnavalsoptocht. In 1930 verscheen in Nederweert de eerste carnavalskrant, wat het begin was van een jaarlijkse traditie. Al meer dan negentig jaren is die uitgave in de goede handen van Drukkerij van Deursen. Die carnavalskranten vormen een fraaie catalogus van humor, nep-advertenties, aankondigingen over de optocht, proclamaties van prinsen, vorsten, hofhouding, second ladies en wat dies meer zij. Prins Richard (Peters) werd zo in 1952 op de trappen van het gemeentehuis geinaugureerd tot ‘Groeet-offeseer inne orde vanne Pieelpoeëst enne Bolen Törref mette zeven pin’.
Nepsnorretjes
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren carnavalsactiviteiten jarenlang niet toegestaan door de Duitse bezetter. Dat werd ruimschoots ingehaald bij de bevrijding van Nederland in 1945, toen bij de verklede bevrijdingsoptocht alle registers werden opengetrokken. Begrijpelijkerwijze stond toen alles in het teken van oorlog en bezetting. Hoewel het thema eigenlijk ‘vrede en vrijheid’ was, werd ook hier weer juist de omgekeerde wereld gepresenteerd. Groepen in Duitse en geallieerde uniformen, behangen met wapentuig, tanks van golfplaten en achtergebleven uitrustingsstukken, bommen en granaten en vooral veel Hitler-personificaties met bijpassende nepsnorretjes domineerden de optocht. Nog tot ver in de jaren vijftig klonk de oorlog door in de vastelaovundj, al was het alleen maar vanwege de achtergebleven Amerikaanse en Britse trucks die gebruikt werden als trekker voor de carnavalswagens. Oorlogstaferelen om juist vrede te benadrukken… De neiging naar omkering zit diepgeworteld in de ziel van de Limburgse vastelaovundj.
Alfons Bruekers
Stichting Geschiedschrijving Nederweert
Bewoners van de Schansstraat tijdens de bevrijdingsoptocht. ‘Wir haben nog zwei Tanks’. Foto: archief SGN.
Persiflages op de Duitse legerleiding in de bevrijdingsoptocht van 1945. Foto: archief SGN.
Kop van de allereerste carnavalskrant van Nederweert (1930). Collectie SGN.
Programma van de optocht van 1930. Collectie SGN.
Advertenties uit de oudste carnavalskrant van 1930. Collectie SGN
Prins Richard Peters en gemalin Lucie Breukers op het bordes van het gemeentehuis in 1952. Foto: Jef Kirkels.
4 Reacties
Toch een kleine correctie : De Rog van de Weertenaren is helemaal nooit gestoken. Nog voor een zekere Jan de moed had om toe te steken, kwam de visboer al terug en nam de duivel mee. En als de Nederweertenaren dan zo slim waren ,waarom namen ze dan 7 houten pinnen mee ? Zes was toch ook genoeg geweest ? Dan wist men op zaterdag : Morgen is het zondag . Klinkt toch iets intelligenter dan : Hee, het is zondag vandaag. ? Fijne Vastelaovundj veur eederein.
Als er niet gestoken is hoe komen de Weertenaren dan aan de naam de Rugstekers.?
Er is een mooie uitgave gedaan genaamd Steekspel. Daar is het hele historische verhaal van de echte Rogstekers uitgeplozen. Dat gaat veel verder dan de legende zo als die nu in Weert wordt verteld.
Wie had deze legertruc Van wie was hij?