U bent nu statenlid voor de Partij voor de Dieren in Limburg, en kandidaat voor de Tweede Kamer. Wat is het voornaamste dat u aanspreekt in deze partij, waar wilt u zich vooral voor inzetten?
Sinds mijn jeugd voel ik me betrokken bij dierenwelzijn en milieu. De grootste uitdaging van dit moment is de aarde leefbaar te houden voor de huidige maar ook toekomstige generaties. Als politica maar ook als moeder wil ik in de Tweede Kamer opkomen voor wat kwetsbaar is, zoals mensen, dieren en natuur.
De Partij voor de Dieren streeft naar een biologische productie van voedsel, met respect voor natuur, milieu, dierenwelzijn en volksgezondheid. De geitenhouderij is bijvoorbeeld een bedrijfstak waarbij de PvdD wat dit betreft bezorgd is. Uit recent onderzoek is namelijk gebleken dat er rond deze bedrijven een verhoogd risico is op niet alleen Q-koorts maar ook op longontsteking. Toch groeit de melkgeitenstapel in Nederland nog steeds, ondanks de bouwstop. U heeft zich de afgelopen jaren beziggehouden met de problematiek rond de geitenhouderijen. Wat is uw visie op deze bedrijfstak, welke maatregelen zijn er nodig om de gezondheidsrisico’s van omwonenden te minimaliseren en tegelijkertijd het dierenwelzijn te bevorderen?
De geitenhouderij is de laatste jaren explosief gegroeid, omdat het voor landbouwers een lucratieve sector is doordat er niet veel beperkingen zijn op het gebied van milieu- en dierenwelzijnseisen. Zo is er ontzettend veel sterfte onder jonge bokjes die vaak niet eens de slachtleeftijd van 6 weken bereiken. En dat terwijl we in Nederland nauwelijks een afzetmarkt hebben voor geitenvlees of -melk. Het merendeel van de productie is bedoeld voor de export. Er wordt dus geproduceerd voor het buitenland terwijl de omwonenden met gezondheidsklachten daar de rekening voor betalen. Eerst hebben we in 2007 de zoönose Q-koorts gehad, en sinds een aantal jaren weten we dat omwonenden van geitenhouderijen (en pluimveehouderijen) meer risico lopen op longontstekingen. Ook tijdens de Covid-19-pandemie is Noord-Limburg opnieuw een van de zwaarst getroffen regio’s in Nederland.
De veehouderij vormt bovendien een grote risico op de uitbraak en mutaties van nieuwe dierziektes. Vorige maand is in Rusland nog op een kippenboerderij een nieuwe, besmettelijke mutatie van de vogelgriep overgesprongen van dier op mens. Nederlands topviroloog Ron Fouchier waarschuwt al jaren voor de gevaren van de intensieve veehouderij. Volgens Fouchier zit Nederland vol met gastheren die virussen kunnen overdragen. Een fundamentele omslag vraagt de moed om te stoppen met wat niet meer kan. Minder dieren, en een betere prijs voor de boeren die zelf ook gevangen zitten in het systeem dat zich tegen hen heeft gekeerd.
De PvdD wil boeren helpen bij de omschakeling naar natuurinclusieve en/of biologische landbouw. Geldt dit ook voor biologische melkgeitenhouders, die naast de gezondheidsrisico’s voor omwonenden nu ook vastlopen door stikstofregels?
Het stikstofprobleem is niet nieuw. Al vanaf begin jaren ’70 zijn er zoveel dieren in Nederland, dat boeren de mest van hun dieren niet meer kwijtkunnen. Het ene na het andere kabinet heeft geprobeerd met technische oplossingen en vrijwillige afspraken met de sector het probleem aan te pakken. Toch is het aantal landbouwdieren altijd maar door blijven groeien. De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) was de meest recente list van de politiek om tóch bouw- of uitbreidingsvergunningen mogelijk te maken in gebieden waar de natuur al onder druk stond door stikstofoverschot. Partij voor de Dieren waarschuwt al sinds 2009, toen de PAS werd ontwikkeld, dat dit in strijd is met de wet. Uiteindelijk werd het plan in mei 2019 inderdaad onwettig verklaard door de hoogste bestuursrechter, waardoor alle vergunningverlening stil is komen te liggen.
Wat ons betreft wordt natuurinclusieve, zoals biologisch, landbouw de norm. Biologische boeren laten al decennialang zien hoe je de kringloop kunt sluiten en gezond voedsel kunt produceren in samenwerking met de natuur. We zien dus dat daar de tijd rijp voor is. Afgelopen zomer hebben wij de provincie Limburg opgeroepen de kringloop en biologische landbouw te ondersteunen. En met succes! Daardoor komt er de komende jaren ruim €17 miljoen vrij voor natuur inclusieve en biologische boeren. Zo zorgen we voor een systeemverandering. Met een forse krimp van het aantal dieren in de intensieve veehouderij krijgen lokale natuurinclusieve boeren weer een perspectief. Overigens komt er dan ook weer ruimte vrij voor woningbouw, natuur en de energietransitie.
Twee jaar geleden was er sprake van een opmerkelijke coalitie in de provincie Overijssel: het CDA en de Partij voor de Dieren dienden samen een amendement in om de groeistop op de geitenhouderij aan te passen. Ze wilden ruimte voor geitenhouders om de bokjes zelf af te mesten. Een voorbeeld van een pragmatisch compromis tussen toename van het aantal melkgeiten en verhoging van het dierenwelzijn. Wat is er volgens u nodig om een vruchtbare samenwerking tussen PvdD en andere politieke partijen in Limburg tot stand te brengen?
In Overrijssel heeft mijn collega samen met het CDA inderdaad een amendement ingediend. Hierdoor kunnen bokjes op een biologische geitenhouderij zelf opgroeien volgens de biologische standaard. Dat is een heel goed alternatief. Het betekent minder gesleep met jonge dieren en een afname van de bokjessterfte.
Bij ons in Limburg is het CDA nog niet zover. In 2017 dienden wij al een motie in voor een geitenstop. Om zo de volksgezondheid zwaarder te laten wegen dan de individuele belangen van de geitenhouders. Toen stemden VVD en CDA tegen, maar ook links/progressieve partijen als SP en D66. Een jaar later stemden alleen nog het CDA en PVV tegen. En weer een jaar later, in 2019, CDA, VVD, FvD. We werken dus met het overgrote deel van de partijen samen. Alleen het CDA stemt dus consequent tegen de gezondheid van de omwonenden. Ook de subsidie van €17 miljoen voor kringlooplandbouw kwam tot stand door samenwerken met andere partijen. In die zin zien we wel dat meer partijen onze standpunten steunen.
Het is al langer bekend dat in plattelandsgemeenten met veel intensieve veehouderij meer longontstekingen voorkomen, met name in de directe nabijheid van veehouderijen, dus binnen een straal van 1 à 2 km. Dus de problematiek rond geitenhouderijen is niet bepaald uniek, en maakt de weg naar een duurzame en gezonde toekomst in ons dicht bevolkte land niet eenvoudig. Wat is er volgens u in de kern nodig om de veehouderij perspectief te kunnen bieden?
We produceren driekwart voor het buitenland, terwijl we in Limburg en de rest van Nederland met een enorme hoeveelheid mest, slechte luchtkwaliteit en gezondheidsrisico’s blijven zitten. Tegelijkertijd importeren we voedsel wereldwijd. De PvdD heeft een leidende rol tegen de vrijhandelsverdragen die een ramp zijn voor onze Nederlandse boeren. Met een krimp van de veestapel, geen import van voedsel dat we zelf kunnen produceren en een lokale productie ontstaat er een beter perspectief voor boeren. De boer zit zelf ook in de gevangen tussen supermarkt, banken en groothandels, in een ratrace naar de bodem. Dat moet anders en dat vraagt om totaal ander beleid.
Bovendien worden in Nederweert de Europese fijnstofnormen al jaren overschreden. Ook de intensieve landbouw speelt hier een rol in. Deze overschrijding heeft gevolgen voor de volksgezondheid. Te veel fijnstof kost ons gemiddeld een jaar van ons leven. Daarom heb ik de provincie al 3x opgeroepen om hier haar verantwoordelijkheid voor te nemen en iets aan te doen. Maar niet alle partijen willen hieraan meewerken.
Van oudsher zijn in Weert, en zeker in Nederweert veel boerenbedrijven gevestigd. Deze boeren zijn veelal met hart en ziel in hun bedrijf werkzaam, en hebben daarbij ook oog voor dierenwelzijn en biodiversiteit. Veel van deze hardwerkende mensen zullen de ideeën van de PvdD vaak als (economisch) bedreigend zien. Hoe kijkt u aan tegen samenwerking met de boeren om uiteindelijk een win-win situatie te bereiken, wat denkt u dat er nodig is om boeren te winnen voor de visie van de PvdD?
Wekelijks stoppen er 5 à 7 boerenbedrijven omdat ze klem zitten tussen banken, LTO en supermarkten. En dat terwijl het aantal dieren in de intensieve veehouderij duizelingwekkend gestegen is. Dan klopt er iets niet. Dat is het gevolg van decennialang wanbeleid van CDA en VVD die dit mogelijk hebben gemaakt. Geen wonder dat boeren ontevreden zijn over hun voortbestaan.
Een groeiende groep boeren heeft zich inmiddels aangesloten bij de Caring Farmers. Deze groep roept juist op om op een partij als de PvdD te stemmen. Wij voeren immers de strijd tegen vrijhandelsverdragen aan, die een nog grotere bedreiging voor Nederlandse boeren vormen. We zien inmiddels dat de steun voor die vrijhandelsverdragen afneemt. Het vrijhandelsverdrag Mercosur (met Zuid-Amerikaanse landen, red.) is daardoor van de baan geschoven. Nederlandse boeren zijn hier juist bij gebaat.
De tijd voor verandering is daarom nú. Meer van hetzelfde krijg je als boeren weer stemmen op partijen als CDA, VVD of wetenschap ontkennende partijen als FvD en PVV. En juist dat is de race naar de bodem. Een gezonde, duurzame landbouw is mogelijk als we de natuurlijke kringlopen herstellen en we boeren met z’n allen een eerlijke prijs betalen voor hun producten. Dat is waar Partij voor de Dieren voor staat.
Door Partij van de Dieren
8 Reacties
Even los van de inhoud van het hele interview, waar ik verder niks inhoudelijk op zal reageren omdat ik het niet heb gelezen en geen PvdD stem, vind ik het raar dat iemand die totaal niet uit de omgeving een platform krijgt op deze website. Als het nu een kandidaat tweede kamerlid was die uit Nederweert of omgeving kwam dan had ik het begrepen.
Als de komende dagen een Limburgse kandidaat van alle partijen die meedoen worden geïnterviewd is het weer een ander verhaal natuurlijk.
En dat gedram en leugens over die zoönose koppelen aan bio-industrie helemaal zat. Virussen zijn van alle tijden (Spaanse griep, MERS, SARS etc). Geen enkele pandemie uit de geschiedenis komt voort uit de bio-industrie. Vrijwel allemaal van WILDE dieren afkomstig waarbij EEN mens dier contact al voldoende is en gewoon 1 op de zoveel miljard contacten voor kan komen.
Zie onderstaand interview uit Buitenhof uit maart vorig jaar het ware en complete verhaal over zoönose. Interview met o.a. voormalig RIVM directeur Roel Coutinho.
Let vooral goed op wat er over de bio-industrie wordt verteld. De PvdD heeft de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt. Vanuit infectie perspectief is biologische circulaire veehouderij zelfs gevaarlijker omdat er meer onderlinge uitwisseling is van contacten.
https://youtu.be/0zYEdDfM1q8
De oplossing komt gewoon uit de technologie en wetenschap. Voor de meest bedreigende virussen kunnen al preventief vaccins worden ontwikkeld waardoor ze toekomstig snel de kop in worden gedrukt. Dus waarschijnlijk hebben we de laatste pandemie al gehad Dat is vooruitgang. Daarvoor hoeven we niet terug naar de middeleeuwen zoals de ‘groene’ partijen willen
Fijn dat u in uw beargumentering gelijk andere zoönosen noemt (Spaanse Griep, MERS, SARS 1, niet zo heel verschillend van SARS-COV-2 oftewel COVID-19, oftewel het huidige corona-virus). Daarbij vergeet u natuurlijk nog Q-koorts die wel degelijk (in Nederland!) voortkomt uit de bio-industrie. In hartje geitenindustrie, Noord-Limburg en Oost-Brabant, vielen 100 doden door deze zoönosen en duizenden chronische zieken. Het is mensonterend voor de nabestaanden om weg te kijken voor de werkelijke reden achter dit lijden, overlijden en virus. Ook nu, in de volgende zoönosepandemie, is dit gebied weer zeer zwaar getroffen… Zoönosen dus, die allemaal voortkomen op de manier waarop de mens met dier en natuur omgaat.
Zoals verscheidende vooraanstaande wetenschappers al jarenlang zeggen, ook ten tijde van de Q-koorts uitbraak: Nederland zit vol met gastheren die een virus kunnen overbrengen op de mens (lees: door de bio-industrie, en niet door die paar wilde dieren die we nog in NL hebben). Dát is wetenschap. Wetenschap die u in twijfel trekt, of gemakshalve naast u neerlegt. Het zou fijn zijn als u zich ‘gewoon’ bij de bevindingen uit de wetenschap neerlegt, zoals u zelf te kennen geeft.
En dan toch nog ff een voorbeeldje van 2 zoönosen die door de NL bio-industrie oversprongen van dier op mens (in 2003: de vogelgriep; in 2007: Q-koorts) en waaraan mensen overleden.
https://www.youtube.com/watch?v=iQr85t70mY8
Fijn stuk, helemaal eens. Mensen worden zich er steeds meer bewust van dat het dierenwelzijn en milieu onlosmakelijk verbonden is met het mensenwelzijn. Vooral dat stukje over fijnstof en Nederweert is een goed voorbeeld van hoe het al jarenlang niet moet. Gelukkig leven we in een land waar elke kiesgerechtigde in Nederland mag stemmen op elke kandidaat ongeacht waar hij/zij vandaan komt.
De voornaamste veroorzaker van fijnstof zijn we zelf. Verbrandingsprocessen thuis en in de industrie, de Auto, fabrieken, afvalverbranding, goederenverkeer (land, water, zee).
PVDD noemt fijnstof altijd samen met veehouderij, dit klopt slechts ten dele, hoofdmoot komt van verbrandingsprocessen. Ook maakt men dan een zijsprong naar dierenwelzijn echter overal waar men dieren ophokt zijn ze niet in hun natuurlijk woonomgeving. Ook de kippen thuis in een hokje…
De tijd dat varkentjes nog buiten in de wei liepen is 80 tot 100 jaar geleden.
Varkens welke rond dat tijdstip in een hok werden opgesloten hadden het een stuk minder goed dan de dieren nu. Ook in grote stallen is er veel aandacht voor dierenwelzijn en hebben ze het een stuk beter als 20 jaar geleden, daar hoef je niet eens zo ver voor terug.
Dat schaalvergroting in de Agrosector wellicht niet de juiste manier is geweest om deze markt te ontwikkelen is een feit, maar dat hebben we met onze consumptiemaatschappij zo gemaakt.
Als een boer met 50 koetjes, 750 varkens of 10.000 kippen een goede boterham had kunnen verdienen, waren ze niet naar het 5 a 10voudige opgeschaald.
Partijen als PVDD wijzen in vele zaken met de beschuldigende vinger naar de Bio-industrie terwijl we deze met z’n allen zo hebben gemaakt met ons koopgedrag qua voedsel.
Dat we hier visies aan moeten passen is een feit maar de Agrosector de zwarte piet toespelen is in nagenoeg alle gevallen niet terecht.
Aan vele initiatieven bij boeren / in de agrosector is te zien dat deze sector zaken zelf ook anders in wil richten qua bedrijfsvoering en dierenwelzijn. Dat kunnen de mensen uit deze sector ook het beste zelf, en niet stedelingen als de PVDD.
Boeren verdienen een goede boterham?! 15 jaar geleden waren er nog 81.000 boeren in NL; nu nog maar 53.000 (cijfers van het CBS). Boeren gaan juist failliet, of moeten gedwongen stoppen door de schaalvergroting. Schrale boterham!
Boeren zitten immers gevangen in de rat race tussen banken, distributiecentra en supermarkten. Iedereen verdient eraan behalve de boer zelf. Dát is te wijten aan beleid van de VVD en het CDA.
Dat moet veranderen. PvdD wil juist méér boeren, en een eerlijke prijs doorberekenen aan de consument voor hun product. Kwaliteit boven kwantiteit. Lokaal en sociaal
Dan nog dit: 70% van alle landbouwproductie is bestemd voor de export. Wij de lasten; de lusten zijn bedoeld voor de exportmarkt. En ondertussen kampen we met een stikstof-, klimaat- en zoönosecrisis door de manier waarop met dier en natuur omgaan…
@ Jos, Als je mijn verhaal refereert heb je het niet helemaal gegrepen.
Leg mij ook even uit waarom fabrieken met vergelijkbare uitstoten als ijzergieterijen, autofabrieken, kunstmestfabrieken wel 70 % mogen exporteren en boeren niet…