Van militairen zegt men vaak dat ze sterven in het harnas, in de strijd. Geestelijken sterven meestal rustig in bed. Dat gold echter niet voor Joseph Werbrouck, de bisschop van Roermond. Die stierf in 1747 in de stoel van een barbier. Een bedrijfsongeval, want bij het scheren schoot de goede man uit met zijn vlijmscherpe scheermes. Een slagaderlijke bloeding in de hals betekende het fatale einde van de bisschop. Kort daarvoor was hij nog in Nederweert. Dat zit zo.
Kapelanie
Het was een van de fraaiste monumentale gebouwen in de Kerkstraat van Nederweert, de statige ‘Dubbele Kapelanie’. Het volgens de jaartalankers uit 1788 daterende pand stond zelfs op de Rijksmonumentenlijst, maar werd onder druk van het gemeentebestuur in 1971 afgebroken. Zogenaamd om plaats te maken voor nieuwbouw, die er vervolgens tot de dag van vandaag nooit zou komen. Sindsdien is de plek een holle kies in het toch wel gehavende gebit van het historische straatbeeld.
Deur
Ze konden niet door één deur, en toch moesten ze, de twee kapelaans van de St. Lambertusparochie. Beide kerkelijke dienaars hadden het kapelaniegebouw in de Kerkstraat als thuisbasis. Het bewonen van het voorhuis (aan de straatzijde) was het voorrecht van de oudste kapelaan. De jongste kreeg het achterhuis toegewezen. Deze moest soms vele jaren wachten (totdat er weer een jongere collega benoemd werd) voordat hij ‘bevorderd’ werd naar het voorhuis. Dat waren nu eenmaal de rangen en standen binnen de kerkelijke hiërarchie.
Mondjesmaat
In juni 1744 bracht de kersverse bisschop Werbrouck (1692-1747) van Roermond een bezoek aan Nederweert. Het was een visitatie, dus een formele inspectie van de parochie. Hij kwam aan op de avond van 16 juni en overnachtte bij de pastoor. De volgende ochtend werd hij door bevolking en schutterij begeleid naar de kerk, waar hij een mis opdroeg. Vervolgens inspecteerde hij het kerkgebouw en de algehele toestand van de parochie. De uitkomst stemde hem niet tot vreugde. Hij constateerde onder andere dat het kerkgebouw al jarenlang ernstig in verval was. De koster verwaarloosde zijn functie en bleek niet capabel voor zijn taken. Na de inspectie ging de bisschop in de openlucht over tot het massaal toedienen van het sacrament van het vormsel. De toeloop van parochianen was onverwacht zo overweldigend dat de bisschop moest vluchten in de kerk en de deur moest laten sluiten. Mondjesmaat werden de parochianen per buurtschap binnengelaten en tot in de vroege avond bleef de bisschop doorgaan met het vormen. In zijn gesprekken met de dorpsnotabelen kwam hem ter ore dat er conflicten waren tussen de twee kapelaans, Jacob Caris en Jan Vullers. De bisschop besloot zijn bezoek met een dag te verlengen en gebruikte die om een bezoek aan de beide querulanten te brengen.
Salomonsoordeel
Waar gingen de geschillen over? Eigenlijk over alles waar men maar over van mening kon verschillen in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld over de liturgie. De beide kapelaans ruzieden onder andere over wie bij een plechtige mis met drie geestelijken, op welke plek naast de pastoor op het priesterkoor mocht staan. Beiden claimden de ereplaats, namelijk de Epistelzijde (de zuidzijde van de kerk). Er was een nog veel banaler twistpunt. In de kapelanie was slechts één toilet, dat alleen toegankelijk was via de slaapkamer van de jongste kapelaan, dus via het achterhuis. Als de oudste kapelaan toegang tot het toilet wilde, dan moest dat met medewerking van de jongste kapelaan en dat gaf veel wrevel. Als een soort Rijdende Rechter avant la lettre velde de bisschop een even simpel als effectief Salomonsoordeel. Hij beval namelijk de bouw van een tweede toilet, waarvan de kapelaans samen de kosten moesten delen.
Slaapkamer
Tijdens zijn bezoek aan de kapelanie stelde de bisschop nog iets anders vast. Onder het motto ‘Nu we er toch zijn…’ ontdekte hij dat vanuit de slaapkamer van de oudste kapelaan een deur rechtstreeks toegang verschafte tot de in het midden van het gebouw gelegen slaapkamer van de huishoudster. De bisschop haastte zich in zijn gedetailleerde verslag van de kwestie omstandig te benadrukken dat er geen enkele verdenking was van oneerbare situaties. Vermoedelijk had hij zelf ook wel kijk op de risico’s die daar uit voort konden vloeien. Om alle verleidingen en mogelijke geruchten te weerstaan oordeelde hij toch dat de deur tussen de kamers van de oudste kapelaan en de dienstmaagd dichtgemetseld moest worden. De deugd moest vooral in het in het midden blijven, en de kapelaans er aan weerszijden naast.
Alfons Bruekers
Stichting Geschiedschrijving Nederweert
3 Reacties
Leuk verhaal, maar ik vraag hierbij Alfons – die ik nog vaag ken van de Lagere school – ook eens aandacht te besteden aan het pand op de Mgr. Kreyelmansstraat (gelegen tussen bakker Sieben en het Engels Kerkhof en afgebroken in 1975 voor nieuwbouw) en de er naast liggende boerderij/brouwerij.Zoals de naam al zegt is de straat genoemd naar Mgr. Kreyelmans, waar ik niks over weet, alleen dat zijn ongetrouwde zussen er nog gewoond hebben, volgens de verhalen van mijn moeder.Oudere Nederweertenaren hebben dat pand nog gekend, maar aangezien het niet in de “elite” straat (Kerkstraat) lag is haar geschiedenis nooit onderzocht.Tot nu tenminste niet.Bij voorbaat dank.
Beste Hans,
dank voor je reactie. Over de geschiedenis van ‘de Krei-j’ en zijn bewoners verscheen reeds in 2003 een redelijk uitgebreid artikel, te lezen via: https://www.academia.edu/36082856/Kicken_clodt_en_boolentorf_De_kroniek_van_het_geslacht_Van_Roij_uit_Nederweert
Hartelijke groeten,
Alfons
Dat huis stond op de mgr. kreijelmansstraat
Daar woonde kapelaan Geraerts en
kapelaan Poel zover dat ik weet