Rond 1985 kreeg Wil Linders uit Nederweert het idee om iets te gaan verzamelen wat nog niemand had. Hij werkte destijds in zwembad Merenveld. Daar zag hij een kop en schotel staan met het wapen van de gemeente Nederweert. ‘Het verzamelen van kop en schotels met gemeentelogo’s, dat lijkt me een leuke hobby’, dacht Wil. En hij ging aan de slag. Door de jaren heen groeide zijn verzameling uit tot een unieke collectie. Lange tijd waren de kopjes te zien in het gemeentehuis. Vanaf juli krijgt een deel van de collectie een permanente plek in het Centre Céramique in Maastricht. Afgelopen week werden de kopjes met schotels, ruim 800 in totaal, officieel overgedragen.
Koffiekopjes
Wim Dijkman, senior conservator van Centre Céramique en wethouder van cultuur van Maastricht, Frans Bastiaens, waren speciaal naar Nederweert kwamen om de collectie in ontvangst te nemen. Dat gebeurde na het tekenen van een overeenkomst tot schenking. De heren werden verrast door de hoeveelheid dozen waarin het porselein was verpakt, 22 in totaal. De kopjes van de Limburgse en voormalige Limburgse gemeentes worden permanent geëxposeerd in het Centre Céramique. Het overige deel wordt gefotografeerd, gearchiveerd en zorgvuldig bewaard. “Alle informatie wordt digitaal ontsloten”, aldus Dijkman. Burgemeester Birgit Op de Laak is blij dat er een plek gevonden is waar de collectie voor iedereen te bezichtigen is.
In de raadzaal, trouwzaal en commissiekamer wordt dit najaar een aantal duurzaamheidsmaatregelen genomen. Na de herinrichting ontbreekt de ruimte om de collectie tentoon te stellen. Samen met binnenhuisarchitect Huub Frenken is naar een duurzame locatie gezocht en gevonden. De Koninklijke Mosa bestempelde de verzameling als zeer bijzonder. Wil Linders is trots dat zijn verzameling zo’n mooie plek krijgt. De verwachting is dat de kopjes van Limburgse gemeentes vanaf juli te zien zijn.
Linders was zijn hele leven een verwoed verzamelaar. Na zijn werk bij het zwembad werd hij bode in het gemeentehuis. In zijn vrije tijd schreef hij gemeentes aan. Soms kwamen er wel 25 kopjes in een week per post binnen bij hem thuis. Ook tijdens vakanties bezocht hij gemeentes. “Tijdens de aardbeving in 1992 rammelden de gestapelde kopjes door het huis en was het tijd om een veiligere plek te zoeken”, aldus Linders. Dat werd het gemeentehuis. In het begin werden de kopjes uitgestald in de kantine. Toen deze werd verbouwd kreeg een deel van de collectie een plek in een gigantische vitrinekast in de commissiekamer. De verzameling vormde vaak aanleiding voor boeiende gesprekken door bezoekers.
Het aantal gemeentes in Nederland is de afgelopen jaren door fusies en samengaan flink teruggelopen. Een groot aantal koffiekopjes zijn afkomstig van gemeentes die niet meer bestaan. Dat maakt de verzameling nog meer bijzonder. En nu verhuist de collectie dus naar de provinciale hoofdstad, Maastricht. Op de vraag wat hij het mooiste kopje vindt hoeft Wil niet na te denken: “Nederweert natuurlijk.”
Er zijn nog geen reacties geplaatst