Door Werner Bloemers
Op de eerste plaats wil ik iedereen de allerbeste wensen voor het nieuwe jaar doen toekomen. Hopende dat dit jaar toch wat beter zal worden dan het vorige. Want om heel eerlijk te zijn: 2021 was er eentje waarin er soms teveel dingen gebeurden. Dingen waarvan je dan weer moest bijkomen, voordat er te snel weer iets anders op het pad kwam. En dat waren niet altijd leuke dingen. Echter, er gebeurden ook wonderbaarlijke dingen, dat vertel ik u straks.
Aangezien wij nu alweer met de Griekse letter Omikron bezig zijn om de coronavarianten in te delen, deed dit mij toch met een schrille weemoed herinneren aan het feit dat ik twintig jaar geleden voor het eerst en het laatst voet op Griekse bodem had gezet en wel op het eiland Santorini, wat afgeleid is van het Venetiaanse Sint Irena die op dat eiland in de derde eeuw in ballingschap zou hebben geleefd. Het is trouwens ook alweer 20 jaar geleden dat Feyenoord, mijn club, als laatste Nederlandse club een internationale beker won (de UEFA-cup) en dat ik de supporters van de andere verenigingen dit nog maar even lekker in wil wrijven.
Maar dan terug naar Santorini. Door een vulkanische uitbarsting rond 1600 voor Christus werd het hele grote eiland in allerlei kleine eilandjes verdeeld. Ze zeggen zelfs dat daar het legendarische Atlantis heeft gelegen. Kan ik me ergens goed voorstellen, want het schijnt dat er volgens de Minoïsche beschaving de vrouwen met blote borsten rondliepen. Dat zag ik althans in een documentaire enige jaren na die vakantie. Als Jaap van Dissel toen zou hebben geleefd, zou hij waarschijnlijk hebben gezegd: ‘Je moet je eens voorstellen … ook al had je een ander jasje aan. Het leven was er goed. Je had er geen corona en voor hen die wilden en mochten kijken, was er altijd een prachtig uitzicht.’Edoch, Santorini is gewoon een schitterend eiland. Met mooie steden vol witte huisjes als de hoofdstad Thera, het stadje Ia waar de zonsondergang zo mooi is en de oude stad Akrotiri die door de vulkanische uitbarsting helemaal onder de lava kwam te liggen. Iets wat laatst nog in La Palma geschiedde. En wat een lol dat we toen hadden gehad! We gingen met een groepje van twaalf mensen van een reisvereniging voor doven en slechthorenden. Na een week kwam er nog een andere groep bij. Ik danste er de sirtaki, leerde van het eten van verse groenten te genieten en haalde veel kattenkwaad uit. Zo had ik een kamergenoot, genaamd Louis. Een ontzettend slimme man, die ik op een ochtend klaarwakker wist te krijgen, door zijn bril met de mijne te verwisselen. En als er dan mooie dames voorbij liepen, zei ik altijd: ‘Kijk dan, geile Lowie!’ en hij beantwoordde: ‘Kijk zelf, geile Wernie!’. Het contact verwaterde geheel, maar ik schrok zeer toen ik enkele jaren geleden vernam dat Louis plots was overleden.
Het mooiste van die vakantie was echter het meisje. Op een dag bezocht ik een winkeltje in Kamari en daar stond ze eenvoudig de vloer te vegen. Met haar halflange bruine haar, engelengezicht en vooral die verpletterende schoonheid leek ze te zijn weggelopen uit een schilderij van Titiaan of Rembrandt. Ze heette Christina Papadopoulos, wat Grieks is voor Papa de Vogel. Ze was vriendelijk, bescheiden en behulpzaam. Ik ben haar daarom ook nooit meer vergeten. Wat als? Tja, dat zijn dromen.En de gezangen van Homerus? Nee, ik heb geen enkele behoefte om me in de Griekse mythologie te storten, want dat zou een wonder zijn. Gebeurden er in 2021 wel wonderen? Jazeker, er werden zoveel mooie kinderen geboren. Waaronder dus ook mijn nieuwsgierige en levenslustige achterneefje. En een van Ospels bekendste buutteredners ooit kwam vlak voor de kerst zielsgelukkig thuis, na een Odyssee die zelfs Homerus niet bedacht zou kunnen hebben.
Werner Bloemers, januari 2022.
1 Reactie
Werner ook voor jouw de beste wensen.
Bij de bovenste alinea ben ik het helemaal
met je eens. Iedere keer dat omschakelen.
Ik heb er iedere keer bewondering voor
hoe je het weer flikt.
Ook dit jaar gaan we weer voor de
rechten van onze doelgroep.