Wiel Aspers van Tafeltennisvereniging Nederweert (TTCN’72)
Samen met lokale verenigingen en instellingen bouwt de gemeente Nederweert aan een duurzame toekomst voor De Pinnenhof. Een nieuwe, gezonde basis voor een bloeiend verenigingsleven. Het gemeenschapshuis, dat in 1968 de deuren opende, bergt een schat aan verhalen en ontmoetingen. In deel 10: Wiel Aspers (70) van TTCN ’72. Voor de tafeltennisvereniging uit Nederweert was De Pinnenhof ruim 40 jaar het vertrouwde spelershome.
Op zijn tiende kreeg hij van Sinterklaas een pingpongsetje. Een net, twee batjes en een paar ballen. Met zijn tweelingbroer Cor speelde hij eindeloos veel partijtjes op de keukentafel. Het fanatisme droop er vanaf en Wiel werd beter en beter. Of zoals hij het zelf omschrijft: “Pingpongen werd tafeltennissen.”
Zijn sportieve carrière begon bij tafeltennisvereniging Megacles in zijn geboortestad Weert. In het midden van de jaren zeventig – Wiel was inmiddels 24, woonde in Nederweert en had van zijn vrouw Gonnie een échte tafeltennistafel cadeau gekregen – meldde hij zich aan bij TTCN’72. De kennismaking met De Pinnenhof, het vaste onderkomen van de toen net opgerichte club, voelde als een warm bad. “Op dinsdag trainden we in de kelder en werden we getrakteerd op gratis achtergrondmuziek. Zangvereniging Bel Canto en harmonie St. Joseph repeteerden die avond namelijk in de grote zaal.” Ideaal waren de trainingsomstandigheden in het souterrain niet, zo drukt hij zich voorzichtig uit. “Zeker niet voor een verdediger als ik die wat verder achter de tafel staat. Vanwege het lage plafond en de metalen balken kon ik de ballen nooit hoog terugbrengen. Daarbij ben ik 1 meter 90. Het was dus altijd opletten geblazen”, lacht Wiel die in het gemeenschapshuis niet alleen tafeltenniste, maar ook stijldanste met zijn vrouw.
Gastvrijheid
Op donderdag hadden de tafeltennissers van TTCN de beschikking over de grote zaal. “Dat waren de mooiste avonden. Sfeervol en gezellig, met Jan en Mientje Wullems achter de bar.” Ook in de zaal was het voor de spelers enigszins behelpen, herinnert Wiel zich. “We hadden standaard een dweil bij de hand. Omdat de vloer behoorlijk glad was, moest je je gymschoenen een beetje vochtig maken om wat meer grip te krijgen. Daarbij was er maar één douche. Boven, naast het podium. Op zaterdagen, als we competitie speelden, duurde het dus wel even voordat iedereen gedoucht was. Maar dit alles kon de pret niet drukken. Het ongemak had zijn charme en werd ruimschoots gecompenseerd door de gezelligheid en het gevoel van gastvrijheid. Ik zie beheerder Jan nog met het dienblad door de zaal lopen. Met gezwinde pas trakteerde hij de gasten op een drankje. Altijd in voor een grapje. Helaas is hij veel te vroeg overleden.”
De eerste jaren speelde TTCN’72 nog in de onderste regionen van Limburg. Met Wiel Aspers (in lokale tafeltenniskringen ook wel De Muur genoemd), Gerard van de Kerkhof en John van de Kruijs als drijvende krachten, begon de vereniging aan een indrukwekkende opmars die pas tot stilstand kwam in de tweede divisie van Nederland. Tot zijn 50e speelde Wiel in het eerste team. Razend knap natuurlijk, al is hij zelf de eerste om die prestatie te relativeren. “Tafeltennis is een snelle en tactische sport. Met een beetje balgevoel en een snelle reflex kom je een heel eind en kun je lang doorgaan.”
Pingpongvirus
Zoals zoveel verenigingen kreeg de Nederweerter tafeltennisclub de laatste decennia te maken met een teruglopend ledenaantal. Onder de bezielende leiding van Marcel van Nieuwenhoven, die zorgde voor vers bloed, werd het voortbestaan van de vereniging enkele jaren geleden gered. In sporthal De Bengele bouwt de club nu aan een nieuwe, gezonde toekomst. Met eerbied voor het verleden. “Enkele, oudere leden maken elk jaar een uitje met Mientje Wulms. Ze gaan samen een hapje eten of een pilsje drinken”, zegt Wiel. Zeventig jaar oud slaat hij nog elke maandagavond een balletje. Fanatiek als in zijn jonge jaren. Ook zijn kleinkinderen zijn inmiddels aangestoken met het pingpongvirus. “Speciaal voor hen heb ik vorig jaar een complete tafeltennistafel gekocht. Ze vinden het geweldig, net als opa.”
1 Reactie
Het is een mooi stukje van Wiel Aspers, maar hij heeft het over drijvende krachten binnen ttcn maar hij vergeet denk ik, 1 van de belangrijkste nml Wil Verspagen is mijn man. Hij was hoofdtrainer en tevens kopman van heren 1.Is jaren trainer en speler geweest tot 2019.