Midden-Limburg, het gebied tussen Susteren in het zuiden en de Peel in het noorden, kent een afwisselende natuur. Olaf op den Kamp toont tijdens een lezing op 13 september de diversiteit van een aantal van deze natuurgebieden. De lezing vindt plaats in het Natuur- en Milieucentrum ‘De IJzeren Man’ op de Geurtsweg 4 in Weert.
Lezing Olaf den Kamp
Het IJzerenbos en de Hout bij Susteren zijn loofbossen op een leembodem met een rijke voorjaarsflora. De Doort bij Echt ligt in het voormalige stroomgebied van de Maas. De kleilagen die deze rivier in de loop der eeuwen heeft afgezet zijn hier afgegraven ten behoeve van de baksteenfabricage. De tichelgaten zijn nu paradijzen voor watervogels, rietvogels en moerasvogels.
De Maasplassen met het Koningssteen bij Thorn is een natuurontwikkelingsgebied op een niet afgegraven landtong waar een zachthoutooibos met wilgen is ontstaan. De Beegderheide met de zandige ondergrond zorgde voor het ontstaan van heidevelden en prachtige vennetjes. Rondom de vennetjes staat een bijzondere venoever-vegetatie. De dalen van de Leubeek met daarop de St. Ursulamolen en de Zelsterbeek bij Haelen worden bewoond door Bevers.
Ook de Swalm, een meanderende zandbeek met broekbossen langs de oevers met bijzondere libellen. Iets hogerop langs de Swalm ligt het Elmpter Schwalmbruch, een vochtig heidegebied met veel Jeneverbessen. Het Weerterbos en de Krang zijn broekbossen met een hoge waterstand en een eigen flora en fauna. Uniek is de Groote Peel, een hoogveengebied op de grens van Limburg en Noord-Brabant. Met kleine boerenturfputten aan de Limburgse zijde en aan de Noord-Brabantse kant juist grote industrieel verveende plassen. De Meinweg met het voorkomen van Nederlands enige gifslang, de Adder. Ook is het gebied zeer rijk aan amfibieën en reptielen die in de droge en de natte heide voorkomen.
Er zijn nog geen reacties geplaatst.