Werner Bloemers
Ik weet nog hoe januari in het nieuwe jaar begon. Het regende flink en het zou eigenlijk een vervolg zijn op het najaar van vorig jaar, toen er ook al veel regen te bespeuren viel. Een storm op zijn tijd houdt de zaak ook nog wat spannender. Met woeste windvlagen weet wouter winter weer waarom wortelen wadlopen. Ach, dit is maar een schril woordgrapje om het weer in januari.
Na de eerste week begon het warempel flink te vriezen. Zó flink zelfs dat er weer even geschaatst kon worden op de Banen in Nederweert-Eind of de Peel in Ospel. Al weet ik niet of dit daadwerkelijk gebeurd is, want ik ben er niet wezen kijken. Ik vind schaatsen een mooie sport om te zien en het is fijn voor degene die het kan, maar ik hoef niet alles met de natuur te doen. Mensen horen ook niet in bomen te klimmen, daar zijn andere dieren al gek genoeg voor.
Maar ineens was het weer een koude winter en koude winters moet je natuurlijk meemaken. Al doet het mij ook veel aan de langere en koudere winters van vroeger denken. Als ze zich hedendaags voordoen, moet je gewoon even naar buiten. Omdat de herinnering eraan mooier is dan naar de plaatjes kijken en verhalen luisteren van vroeger. De Ospelse Peel is, als het stijfbevroren koud is, een schitterend museum op zich. Je kunt er een wandeling maken in die verschrikkelijke koude en stille omgeving. En er dan aan denken hoe het vroeger zou zijn geweest. Een tekening maken van al het moois in de Peel stond in die week gelijk aan waaghalzerij. Voor hetzelfde geld zou je zijn vastgevroren aan het bankje.
Toen de ergste kou alweer verdwenen was, begon het te sneeuwen. En niet zo’n klein beetje ook. Nu vind ik sneeuw, net als ijs, een prachtig natuurproduct. Het levert immers mooie plaatjes op die zich dan weer in een museale toestand laten plaatsen. Het is alleen wat lastiger om eroverheen te lopen als de sneeuw in ijs verandert. En dan gaat men dat probleem liever uit de weg, door thuis spelletjes te doen op de telefoon of in de kroeg in die mop over die Eskimo te vertellen. Zijn we nu echt zulke watjes geworden? Ik zag een paar foto’s uit 1979 waarop kinderen toen gewoon in de sneeuw naar school gingen in plaats van thuis te zitten. Zoals dat in 2024 het geval is.
En na de mooie, maar verraderlijke sneeuw, kan men ineens weer in korte broeken rondlopen. Ik verbaas me er soms wel over wat men anno 2024 allemaal aantrekt. Nee, dan ben je geen watje. Maar de hele dag met een korte broek aan rondlopen lijkt me ook niet zo prettig. Voor je het weet, opent de januarival zich en zit je bibberend in bed naar alweer je telefoon te kijken. Het is tegenwoordig net alsof er niets anders is dan dat medium. Gemakzucht ligt dan ook al snel op de loer. Wanneer komt er eindelijk eens een opvolger die minder verslavend is?
En toen trapte ikzelf in die januarival. Natuurlijk werd ik weer verkouden, al was het maar voor even. Ik had geen tijd om ziek te worden. De plicht riep. Het regende inmiddels weer met af en toe een zonnige dag. En bij dat laatste kun je beter gewoon ook even buiten zijn.
Werner Bloemers, februari 2024
2 Reacties
Mooi verhaal Werner. Maar weet je wat ik nog
mooier vindt? Bij de eerste alinea bij de zin die begint
met woeste windvlagen, is de hele zin met
woorden die allemaal beginnen met een W.
Werner wat schrijf je toch leuke stukken, heb echt gelachen met deze. Groeten, Jos en Monique.