Een compleet normaal leventje had hij tot voor kort. Onbezorgd tapte hij biertjes voor het Nederweerter horecapubliek. Geregeld een hapje en drankje met vrienden en kennissen, borrelen met familie en een sportieve instelling om dit alles te verantwoorden. Afgezien van de dagelijkse beslommeringen een plezant bestaan. Een normaal maar tegelijkertijd fragiel bestaan, zo kwam hij achter. Er kwam namelijk een diagnose, een diagnose die het rustieke bestaan op zijn grondvesten deed schudden.
Plotseling was de vanzelfsprekende zekerheid zoals gezondheid niet meer zo vanzelfsprekend. De wetenschap van de fragiliteit van zijn bestaan drong tot hem door. Het etiket dat sinds de diagnose op hem werd geplakt, loog er namelijk niet om. Het welbekende k-woord brandmerkte diens aanwezigheid in korte tijd op zijn leven. Niets leek meer zoals het was. Met een overdaad aan sympathie en bemoedigende woorden voelde hij zich weliswaar gesterkt in zijn positie, toch bleef een knagende onzekerheid achter. In een mum van tijd was zijn vertrouwde leven dusdanig op de kop gezet dat hij een diep verlangen koesterde naar de vertrouwde, gestructureerde saaiheid. Doktergesprekken en behandelingen volgden. Al snel begon de aankomsthal van het ziekenhuis als een tweede thuis te voelen.
Wekelijks loopt hij nu door de witte gangen, steeds maar mijmerend over wat volgt en komt. De psychologische oorlog in zijn hoofd die volgt op ieder bezoek, het afwegen van iedere uitgesproken medische expertise is een dagtaak an sich. De primaire schaduw in zijn gedachten achtervolgt hem tijdens ieder gesprek, en haalt hem weer in op momenten van onbezorgdheid. Het hoofd denkt wat het lichaam voelt.
De welbekende remedie´s lagen al langer op de loer. Toch voelde het begin als de bevestiging op tot voor kort alleen uitgesproken feiten. Chemo´s en bestralingen wisselden elkaar gestaag af. De strijd die hij levert is zwaar, zowel mentaal als fysiek.
Toch, is er genoeg om naar uit te kijken. De berichten zijn positief en bieden een relaas tegen de ernst van de behandelingen. Met een adequate mentaliteit stort hij zich daarom met volle overtuiging op het genezingsproces. De doelstelling is duidelijk en het doel dichtbij. Daarom staat hij iedere morgen strijdlustig op, met een strakke blik wrijft hij de slaap uit zijn ogen en begint zijn dag. Eenmaal uit bed, pakt hij de kruimeldief. Zuchtend zuigt hij dan de haren van zijn kussen. Tegelijkertijd uitkijkend naar het moment dat hij de kruimeldief alleen nog maar hoeft te gebruiken zoals diens naam voorschrijft.
Er zijn nog geen reacties geplaatst