Iedereen wil beroemd worden, althans velen. Het is geen toeval dat bij de vraag ‘wat wil je later worden?’ vroeger het antwoord steevast ‘profvoetballer, zangeres of minister-president’ luidde. Bij de meesten zwakt deze doelstelling gaandeweg af; door een drukkende hypotheek en kinderen die voer nodig hebben nemen velen uiteindelijk toch genoegen met gratis koffie op het werk of een auto van de zaak. Echter blijven sommigen hun droom doelgericht najagen, niets zal hen in de weg staan in de strijd naar het maximale, hun eigen gebrekkige zangtalent inbegrepen.
Waar ze vandaan komen is onbekend, maar jaar in jaar uit weten talentenjachten nog altijd kuddes hopeloze kandidaten te vinden voor hun clowneske circuscompetities. Ieder jaar staat er immers weer een Jaap, Willem of Franka op een televisiepodium helse kreten uit te slaan die doen denken aan een hond die een zetpil krijgt.
Vol overtuiging van hun eigen kunnen stappen ze blakend van zelfvertrouwen de dienstdoende jury tegemoet. Deze jury, meestal een rijtje derderangs eigengeilers, weet vervolgens al bij binnenkomst dat ook dit heerschap/vrouwmens het niet gaat brengen.
Maar, met het oog op de kijkcijfers mag de bevende kandidaat het toch effe proberen. Wat er doorgaans de volgende minuut gebeurt, valt niet in tekst uit te drukken. Alhoewel er ook parels tussen de poep zitten, is het gros van deze musici in spé huiveringwekkend slecht. De tonen die de ondermaatse amateurs fabriceren zijn prachtig onder de douche –mits er genoeg water in je oren zit- maar slaan de plank toch echt mis als het gaat om kwalitatieve zang.
Het zingen lijkt ondergeschikt aan de wens om beroemd te worden. Prioriteit is deze zo gewilde roem en faam behalen, met welke vaardigheid dit vervolgens moet gebeuren maakt niet veel uit. Bij velen komt deze droom echter wonder boven wonder daadwerkelijk uit; als je auditie dusdanig slecht is, zal je geheid niet over straat kunnen de volgende dag. Kijken of beroemd zijn dan nog steeds zo leuk is.
Er zijn nog geen reacties geplaatst