Het ligt al jaren op de loer. Al vanaf de jeugd van iedere man bevindt het embryo van de welvaartsbaby zich in diens buik. Sluimerend aanwezig en nooit duidelijk te herkennen. Geruisloos wacht het al die jaren zijn kans af, tot het moment dat diens gastheer de dertig passeert; een leeftijd waarin de welvaartbaby definitief zijn plaats opeist in deze wereld.
In tegenstelling tot echte baby’s die huilen, poepen en braken, blijft deze baby intern. Nooit of te nimmer zal hij geboren worden, hij is namelijk onlosmakelijk verbonden met zijn schransende en zuipende hotelier. De kerel van dienst verzet zich vaak tegen de komst van de baby; in het begin van zijn welvarende jaren zal hij trachten de baby te aborteren door middel van cardiofitness, squash of andere lullige kantoorsporten. Vervolgens komt hij tot de conclusie dat deze baby, gepositioneerd tussen navel en borst, een blijvertje is. Deze persoonlijke Siamese tweeling, geboren uit vet, suiker en alcohol, zal bij hem blijven tot de kist.
Alleen een spontane hongersnood waarbij luxeproducten zoals biefstuk, rode port of borrelnootjes niet meer te verkrijgen zijn, zou deze ronde baby de das om kunnen doen. Rigoureuze diëten of buikamputaties zijn namelijk het ENIGE redmiddel om van deze kleine satan in je buik af te komen. Eer hij er is, valt deze duivel niet meer uit te drijven.
De enige troost die deze ronde mannen hebben is hun gedeelde lot. De aanwezigheid van de frietpanfoetus is er bij iedere man. Bij de één meer dan de ander, sommigen zien eruit alsof ze draagvader zijn van een kleine neushoorn, anderen hebben een buikje ter grootte van een halve handbal.
Daarom: leer dit ongewenste kind van vet en bloed lief te hebben en vergeet de tijd dat ribben te zien waren. Verzorg het zoals je andere kinderen; ga gewoon op ze liggen en aai ze zachtjes als je honger hebt.
Er zijn nog geen reacties geplaatst