De oudste symbolen in het metselwerk van de laat-middeleeuwse St. Lambertustoren van Nederweert zijn runentekens. Deze op oeroude tradities gebaseerde symbolen (kruisen, ruiten en een swastika-teken) dateren uit een tijd dat de bevolking nog ongeletterd was. Toen ‘germaanse’ gewoonten als Palmpasen en sint-maartensvuren nog niet met een kerkelijk sausje overgoten waren.
In de zomer van 2016 vierde de Nederweerter kapucijner pater en oud-legeraalmoezenier Rogier ’t Hoen (Den Haag 1928) zijn 60-jarig priesterjubileum. Ruim twintig jaar geleden vormde hij het middelpunt van een kleine rel in de St. Lambertusparochie. Aanleiding was een door ’t Hoen op oudejaarsdag 1994 in de kapel van Schoor voltrokken huwelijk. Naar het oordeel van de pastoor, die er bij was geweest, had ’t Hoen daarbij diverse liturgische en kerkelijke regels geschonden. Verder zou hij hilariteit opwekkend taalgebruik hebben gebruikt waaronder zijn wens om door de bruid gekust te worden. Pastoor Creemers diende een klacht in bij de deken van Weert. Die steunde zijn pastoor en Rogier ’t Hoen kreeg een verbod om nog langer dopen en huwelijksvoltrekkingen te plegen in Nederweert en de kerkdorpen Eind en Budschop. De deken liet weten dat “als je iets anders wilt bij een huwelijk, je dan maar een zaaltje moet huren en een bosdruïde vragen. Dan heb je iets speciaals, maar een kerkelijk huwelijk is dat niet”. Met de betiteling ‘bosdruïde’ schilderde de deken ‘t Hoen af als religieuze kwakzalver. De druïde was in de Keltische en germaanse mythologie immers een soort priester die leider was van de stamrituelen. De affaire ‘t Hoen trok in 1995 veel publiciteit in de Nederlandse kranten en leidde zelfs tot een veelgelezen boek.
Een Nederweertenaar liet zich door de affaire rondom ’t Hoen inspireren tot het maken van een plaquette uit messing. Daarin beeldde hij de kwestie uit die was gerezen tussen de pater en het bisdom. In het midden van de plaquette staat een grote paradijsvogel, met het woord ‘toekan’ op zijn bonte verenkleed. Bij zijn gevaarlijk ogende klauwen staan de letters L en C afgebeeld. Op zijn wijdgespreide vleugels staat het woord ‘bos-druïde’. Met zijn scherpe bek houdt de toekan een spartelende kip bij één poot in bedwang. Wie de affaire en haar hoofdrolspelers kent, hoeft niet lang te zoeken naar de betekenis van de gebruikte symbolen. De toekan is het icoon van het landelijk bekende horeca-concern Van der Valk. Naamgenoot Wim van der Valk was destijds de deken van Weert, waartoe de St. Lambertuskerk van Nederweert en de kapel van Schoor behoren. De letters L en de C zijn de initialen van de toenmalige Nederweerter pastoor, Lambert Creemers. De spartelende kip verbeeldt een hoen en staat natuurlijk voor pater ’t Hoen zélf. Op hem slaat ook de betiteling ‘bosdruïde’, die later tot een soort geuzennaam is verworden. Het kunstwerk met de symboliek van de toekan, de hoen en de bosdruïde bewijst dat ook in de moderne tijd met symbolen en iconen nog volop geschiedenis kan worden geschreven.
Alfons Bruekers
Er zijn nog geen reacties geplaatst