Tijdens de jaarlijkse festitveiten rondom christelijke slavendrijver Sinterklaas is het onderhand traditie dat de hemel in de maanden november en december weer openbreekt aan discussies, relletjes en andere zwarte pietluttigheden. Voor- en tegenstanders van het authentieke volksfeest bekogelen elkaar wederom met scheldwoorden, pepernoten en andere verwensingen, om ten slotte moegevochten afstand te nemen van de oneindige discussie. Gezellig altijd, dat Sinterklaasfeest.
De keuze in de kleur van de onderdanen van deze bebaarde beul met mijter is onderhand uitgelopen tot het gemiddelde schilderspallet van Karel Appel. Diverse pieten bewandelen de straten met blauwe schmink, zwarte vegen of andere provocatieve tinten. De tegenpartij, de überwitte Nederlandse Henks en Ingrids worden hier vervolgens lichterlaaiend van. Zij willen namelijk voor één keer in hun leven meer zwart op straat, en dan mag dat zelfs al niet. Hetgeen resulteert in een mini-oorlog tussen mensen die allemaal niet tot zes kunnen tellen.
De veldslag die vervolgens wordt uitgevochten vindt plaats op het scherpst van de snede; bij de aankomst van deze alternatieve KKK-leider op helderwitte nazi-schimmel vinden de twee partijen elkaar en slaan hun slag. De kleine Sinterklaasfanaten die vol verwachting met wortels en suikerklontjes klaar staan, worden uiteindelijk overstemd door de twee groepen.
Het cliché is onderhand ruim bekend; de enige slachtoffers van deze intelligentieloze strijd zijn de jonge believers zelf. Zij zien één witte partij, één zwarte partij en een partij met allerlei kleuren. Om vervolgens te kunnen begrijpen dat de witte partij meer zwart wil en de zwarte meer wit, dient je kind al op jonge leeftijd universitair geschoold te zijn. Het is ondertussen namelijk onmogelijk een waarheidsgetrouwe conclusie te vormen over dit spektakel. Of de huidige Sinterklaas ooit ophoudt te bestaan? Ik geloof er niet meer in.
Er zijn nog geen reacties geplaatst