Tijdens de huidige grijze wintermaanden frusteert, ergert en irriteert men wat af. Voornamelijk maandag tot en met vrijdag is vaak de helse periode waarin personen zich dikwijls flink kunnen opvreten. Geheel normaal en totaal natuurlijk allemaal. Zodoende mag er ook wel eens een heerlijke verbale frustatie geuit worden, DJU nog aan tou-w.
Zoals een slang na enige tijd zijn oude vel verlaat en zich een nieuwe ranke variant aanmeet, behoeven mensen ook structurele lastverzachting. Sommigen uiten hun scrupules onder het mom van flink door te zuipen, te winkelen, obsessief eten of naakt door hun huis te rennen, anderen hebben de voorkeur aan een fijne regelmatige godslastering. Totaal onschuldig en een geweldige opluchting.
Probeer zodoende een keer na het stoten van je teen, hoofd of been tegen de kast een bombastisch explosieve satanische verwensing jegens een persoon naar eigen voorkeur. De onmiddelijke opluchting die intreedt nadien is namelijk zaligmakend.
De keuze hierin is groot. Verbale explosies kunnen in het teken staan van eigen vlees, niets dat namelijk zo lekker bekt als lichaamsdelen die men toch al zelden in de mond neemt. Verder lenen alle bekende heilige figuren zich uitstekend voor dit soort uitspattingen. Geen enkel ander persoon die zo vaak genoemd wordt als Onze Lieve Heer himself, daarbij is het zo dat zijn totale familie, kennissen en overigen die ook beschreven staan in het oude stoffige boek daar in één adem aan toegevoegd kunnen worden. Drie snelle weesgegroetjes nadien vegen je christelijke geweten weer zuiver.
Last but not least zijn er nog de ziektes waarmee mensen hun ongenoegen dikwijls uiten. Ondanks dat sommige medische benamingen ietsjes te wreed over kunnen komen, voldoen uitspattingen onder begeleiding van ‘de grieptyfus’ of ‘teringpleuris’ nog prima. Na gebruik even afkloppen voor de zekerheid.
Zijt echter spaarzaam met dit soort woordgebruik; niet iedereen is er fan van en kinderen nemen ’t vaak snel over, kut hé.
Er zijn nog geen reacties geplaatst