Sinds jaar en dag is de provincie Limburg ernstig ondervertegenwoordigd in de Nederlandse sport. Met enkele uitschieters zoals Fernando Ricksen, Sjeng Schalken en Mark van Bommel was er geen overmaat aan Limburgers in de hoogste sportcompetities. Echter breekt er een heuse revolutie aan waarin de Limbo’s op vele sportvelden/wegen heersen. Eindelijk draagt onze vlaaiprovincie haar steentje bij.
Tot voor kort diende het als onbedoeld cabaret wanneer een Nederlander uit het diepste zuiden zijn verhaal voor de camera deed. Het frivool zingende accent van deze gezelligerds riep metterdaad eerder de slappe lach dan eerbied op. De echte topsport werd namelijk meestal uitbesteed aan ras-Rotterdammerts zoals Johan Boskamp, stugge Friezen zoals Klaas-Jan Huntelaar of dartelende Amsterdammertjes zoals de familie Kluivert.
Dat was toen. Times have changed. De laatste tijd volgt Nederland namelijk nauwlettend de prestaties van Tom Dumoulin, Danny Hoessen of natuurlijk Max Verstappen. Gerenommeerde sporters mét Limburgse roots. In tegenstelling tot jaren geleden geeft ook het mondaine vocabulaire van de Limburgers juist extra glans. Niks is namelijk mooier dan een Max Verstappen die vanwege motorpech liefelijk zijn subtiele Limburgse gevloek oreert. De Zuidpool van Nederland wordt vaak verweten te lief en te zacht te zijn. Niet meer dus, de wederopstanding is begonnen.
Slechts enkele jaren zal het duren voordat Limburgers koplopers zijn op nationaal niveau. Niet de voetbalpleintjes in de Schilderswijk of basketballcourts in Amsterdam zullen de voedingsbodem bieden voor nieuw talent, maar de broeierige, groene heuveltjes van Limburg zullen de toekomst van de Nederlandse sport in pacht hebben.
Er zijn nog geen reacties geplaatst