Alvorens ik u deze anekdote meedeel, wil ik alvorens graag benoemen dat dit niet míj is overkomen, maar een vriend. Dus niet ik, maar iemand anders. Moge dat duidelijk zijn.
Goed, deze vriend dus. Hij bevond zich recentelijk op station Susteren, een station dat doet denken aan een station uit oude cowboy-stripalbums; zo’n twee treinen passeren er per dag. Zodoende is dit station een bijzonder slechte uitvalsbasis voor onbekende reizigers. Er zijn namelijk betrekkelijk weinig faciliteiten die voorzien in menselijke behoeften. Op station Susteren is bijvoorbeeld geen eten of drinken te verkrijgen, komt er één keer per uur een bus langs en –last but not least– is er geen toilet.
En laat nou net deze anonieme kennis op dat moment worstelen met hoge nood. Naarstig kijkt hij daarom om zich heen, zoekend naar een café, bouwtoilet of ruime struik. Helaas biedt dit weinig soelaas, het uitgestorven oord kent geen plaatselijke horeca noch bevuilde Dixi’s. Paniek maakt zich vervolgens van hem meester. Wetende dat het komende uur evenmin een toilet aanwezig zal zijn, voelt hij zijn groeiende boodschap ongeduldig tegen zijn menselijke uitgang duwen. Ten einde raad slaat hij een klein bloemistenkraampje gade, en spoedt zich in rap tempo naar de bloemenverkoopster.
Aldaar aangekomen redt de rozenjuffrouw de arme ziel van zijn lichamelijke nood, en begeleidt hem naar het beloofde kleine witte hokje. Eenmaal aangekomen ontdoet onze antiheld zich razendsnel van zijn riem, broek en unterhose. Een overdaad aan verlichting wacht hem op als hij éindelijk zijn biologische afval kan storten. De hemel breekt even open en laat hem inzien waarom het leven af en toe toch mooi kan zijn. Enkele geluidseffecten voeren overigens de boventoon tijdens deze ontlading, lucht afgewisseld met vaste activa storten het water in. Resultaat van dit schouwspel is een geluid dat doet denken aan de klappende wieken van een opstijgende helikopter. Allemaal niet erg, ware het niet dat ons opgelucht figuur bij het opstaan merkt dat de muren van het hokje nogal dun zijn, gips/karton is niet erg stevig namelijk.
Dat deze ruimte zodoende bij lange na niet geluidsdicht was, merkt de toiletganger aan het gezicht van de glimlachende bloemendame. Met één discrete knipoog bevestigt zij zijn angstige vermoeden. Schaapachtig lachend snelt hij zich naar buiten, zich geheel bewust van de duidelijk hoorbare wc-musical waarin hij zojuist hoofd-drol-speler was.
Er zijn nog geen reacties geplaatst