Vanaf het moment dat hij kon lopen, banjerde hij door de stal. Gehuld in een mini-overall vulde hij zijn eigen kruiwagentje met brokken voor de varkens. Het stond toen al vast: Toon Jacobs junior zou boer worden. Naar voorbeeld van zijn opa Toon en vader Jan die het bedrijf aan de Heiweg samen door de jaren heen loodsten. Bloedverwanten en buren in voor- en tegenspoed.
Sinds 1 januari 2017 vergezelt de jonge Toon zijn ouders in de maatschap: vee- en loonbedrijf Jacobs-Verhijden, aan de rand van de Peel, diep in het buitengebied van Ospel. Voordat die handtekening werd gezet, werkte hij eerst vier jaar in loondienst. Om het vak van boer te leren. Maar vooral om erachter te komen of het boerenbedrijf wel écht zijn roeping was. Of zoals zijn pa het droogjes verwoordt: “Toetreden tot de maatschap is zo geregeld, eruit stappen is wat lastiger.”
Maar de nuchtere Toon kent geen twijfels over zijn toekomst. Hij mag dan tot lasser zijn opgeleid; het boerenleven trekt hem het meest. “Dit is gewoon mooi. Lekker aanpoten, de handen uit de mouwen. Bezig zijn met de dieren, ervoor zorgen dat ze gezond zijn en goed groeien zodat we er een mooie prijs voor krijgen. En ’s avonds nog lekker een paar uurtjes sleutelen aan de landbouwmachines in de schuur. Het voelt meer als een hobby.”
Fluiten in de stal
Hard werken en positief blijven; het zit in de genen van de familie Jacobs. Vader Jan stapte in 1982 in de maatschap, wisselde bloeiende jaren af met zware tijden, maar behield altijd het plezier in zijn werk. Zijn moeder Dien (93), die nog steeds in het ouderlijk huis naast het gezin woont, zei het ooit treffend: ‘Ook als het tegenzit, hoor ik Jan altijd fluiten in de stal.’
De rollen binnen het bedrijf zijn evenwichtig verdeeld. Jan verzorgt de vleesvarkens, de handel en de administratie, zoon Toon de rosékalveren en de maïsteelt. Daarnaast zetten ze als loonwerker hun landbouwmachines in om de akkers van collega-agrariërs te bewerken. “We vullen elkaar aan en leren van elkaar”, zegt Jan. “Toon is secuurder dan ik. Bijvoorbeeld als het gaat om het rantsoen voor de kalveren, het mengen van de verschillende voerbestanddelen tot de ideale mix. Verder heeft hij zelf een sleufsilo gebouwd, een betonnen bak waarin we de voermaïs in de winter met plastic en spanbanden luchtdicht afdekken. Een absolute verbetering omdat schimmels en ongedierte nu geen kans meer krijgen.” Toon licht toe: “Vroeger kuilden we de mais in met plastic en zand. Als je dan maïs nodig had moest je eerst de zand er van afscheppen. Dat hoeft nu niet meer.”
Generaties
Natuurlijk botst het ook wel eens, zoals in elk familiebedrijf. Verschillende generaties betekent immers ook verschillende inzichten, stelt Jan. “Toon wil sneller vooruit dan ik. Investeren, uitbreiden, meters maken. Ik ben meer van de zekerheid. Voordat ik ga investeren, wil ik het vertrouwen hebben dat de basis stabiel genoeg is. Dat heeft met het verleden te maken. Het is ons niet altijd voor de wind gegaan, we hebben ook zware tijden gekend. De varkenspest, tegenvallende prijzen: het was lang niet altijd gemakkelijk. Maar opgeven was nooit een optie. We zijn altijd doorgegaan, in een prima verstandhouding overigens met de omgeving. Als de buren iets dwarszit, dan komen ze dat gewoon eerlijk vertellen en proberen we het op te lossen. Zo heeft het hier altijd gewerkt, we hebben nooit trammelant gehad. Eén keer per jaar houden we samen met de buurt een Nieuwjaarsborrel.”
De laatste jaren heeft hun vee- en loonbedrijf nadrukkelijk de stijgende lijn ingezet. “We hebben onze strategie aangepast. Als het gaat om de groei van onze dieren, de prestaties en de kwartaalcijfers zitten we er nog korter bovenop. We houden de vinger strak aan de pols zodat we als het nodig is ook direct kunnen bijsturen. Daarbij is alleen het beste goed genoeg. Ik zoek de beste kalveren uit en werk samen met een vaste biggenfokker uit de buurt. Om de kans op dierenziektes zo klein mogelijk te houden, haal ik de biggen met mijn eigen vrachtwagen zelf op.”
Zorgen voor elkaar
Net als Toon is ook zijn jongste zoon Guus, geboren in 2001, niet weg te slaan uit de stal. Hij volgt een agrarische opleiding en heeft zijn tractorrijbewijs al op zak. Zijn middelste telg Dirk (21) is als afgestudeerd bouwkundig ingenieur een andere weg ingeslagen. Alhoewel? “Dirk kan natuurlijk ook stalinrichtingen ontwerpen”, lacht Jan.
En laten we vooral moeder Chantal niet vergeten. De stille kracht binnen het familiebedrijf die zich de afgelopen jaren op meerdere fronten onmisbaar maakte. Jan is haar eeuwig dankbaar. “In 1996 kreeg mijn vader een hersenbloeding. Halfzijdig verlamd moest hij van de ene op de andere dag stoppen met zijn werk in het bedrijf. Chantal heeft toen haar baan als kraamverzorgster opgezegd om mij te helpen. Daarnaast zorgde ze voor mijn vader. In november 2016 is hij overleden. Tot het laatste moment heeft Chantal hem verzorgd.” Jans ogen worden vochtig. “Ik zag mijn vader elke dag. En hoe ziek hij ook was, hij wilde altijd weten hoe het met de varkens en kalveren ging. Ik mis hem. Zijn belangstelling. Zijn optimisme. Onze gesprekken.”
Lees alle verhalen op www.boerenvannederweert.nl
1 Reactie
Wat een mooi verhaal Jan.
Niet alleen de leuke dingen vertellen maar ook vertellen dat het weleens slecht is gegaan.
Veel succes voor en met het gezin op jullie mooie bedrijf.