De vergelijking van het oude en nieuwe straatbeeld is een mengeling van nostalgie, herinnering, spijt en herkenning. Voor deze aflevering van ‘Tijdreis’ ging onze vaste fotograaf Ton Frenken weer voor u op pad. Deze keer toog hij naar Ospel. Alfons Bruekers zocht in het archief van de Stichting Geschiedschrijving Nederweert en leverde een oude ansichtkaart en het bijbehorende verhaal.
De ‘stad’ Ospel
Ospel is een van de weinige dorpen die haar centrum siert met de naam Stad. Dat heeft niets te maken met grootstedelijke ambities, maar is een overblijfsel van het woord hofstad of boerderij. Vergelijkbaar met de straatnaam Staat in Nederweert. In het Ospelse geval betrof het waarschijnlijk de boerderij of hofstad Haaze van de familie Meevis. Oorspronkelijk heette deze al rond 1550 bestaande prachtige hoeve Shaasenhof. De boerderij was van oudsher verbonden aan de schapenhandel waarin enkele Nederweerter families het voortouw namen en kuddes verhandelden naar Brussel. Shaasenhof was in 1725 in het bezit van een omvangrijke kudde schapen van 85 stuks waarvan Lambert op de Locht (ook een bekende Ospelse naam) de herder was. In 1739 werd nieuwbouw gepleegd en kwam de hoeve in handen van Hendrick Verborgh. Diens schoonzoon Jan Aerthijs werd in 1791 eigenaar en had eveneens een schaapskudde in zijn bezit. Zijn kapitaalkrachtige nazaten zijn van grote betekenis geweest voor de stichting van de parochie Ospel in 1864. Vanaf ca. 1880 woonde er Andries Meevis-Tindemans. De laatste bewoner was diens nazaat Jacobus Meevis, die in zijn bijnaam Haaze Koeëb nog de echo van de oorspronkelijke boerderijnaam ‘Shaasen’ meedroeg. In 1960 werd het grote boerderijcomplex (dat globaal het uiterlijk van een gesloten hoeve had, maar dat nét niet was) afgebroken voor de aanleg van het huidige Aerthijsplein.
[image-comparator title=”Aerthijsplein Ospel” left=”https://www.nederweert24.nl/wp-content/uploads/2018/02/Aerthijsplein-oud-Tijdreis-Alfons-Bruekers.jpg” right=”https://www.nederweert24.nl/wp-content/uploads/2018/02/Aerthijsplein-nieuw-Tijdreis-Alfons-Bruekers.jpg” width=”100%” classes=”hover”][/image-comparator]
Franciscanessen
Op de ansichtkaart uit de jaren ’60 is het nog goed te zien: het St. Annaklooster van de zusters Franciscanessen, annex meisjesschool. Na gelobby door de Ospelse pastoor Caris hadden de zusters zich in 1910 in Ospel gevestigd. Dat was een politieke zet, om door middel van een bastion van katholiek onderwijs de bestaande openbare school een hak te zetten. Daar was namelijk de anti-kerkelijke onderwijzer en schrijver Herman Maas actief en die werd door de notabelen van Ospel en Nederweert als persona non grata beschouwd. Door de komst van de katholieke school verloor Maas dan ook al snel zijn job. Niet voor niets schreven de Ospelse zusters in hun kloosterkroniek in 1911 triomfantelijk: ‘Een dag van betekenis (…). Op dien dag n.l. werd het dorp een slechten onderwijzer kwijt n.l. Meester Maas. (…) Geen wonder dat men in Ospel de tijding met vreugde ontving’. Ondanks dat de zusters pion waren in een politiek spel van de toenmalige burgemeester en pastoor, zijn ze van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling van Ospel. Op het gebied van onderwijs en wijkverpleging (vanaf 1922) hebben ze een rol van betekenis betekend. Het klooster werd rond het midden van de jaren ’50 gesloten. Daarna vervulde het jarenlang in de vorm van gemeenschapshuis een spilfunctie in het maatschappelijke leven in Ospel. Momenteel is er het nieuwe woonzorgcentrum met de toepasselijke naam Aan Stad Thoês gevestigd.
Haaze-hoof
De functie van gemeenschapshuis ging later over van het klooster over naar de school, midden op de foto. Met respect voor de oude architectuur is dat gebouw geheel gemoderniseerd en uitgebreid. Heel toepasselijk heeft dat multifunctionele complex de naam Haaze-hoof gekregen. En zelfs Herman Maas heeft een paar jaar geleden zijn straatnaam gekregen, hoewel dat ook toen nog steeds niet vanzelfsprekend bleek. Het toenmalige plan tot oprichting van een gedenkteken voor deze schrijver en sociale voorvechter (‘Groot hekelaar van kleine potentaten’) was voor sommige bestuurders nog steeds een open zenuw.
Alfons Bruekers
Stichting Geschiedschrijving Nederweert
Er zijn nog geen reacties geplaatst