Op bezoek bij de familie Van Eijk
Al vier generaties is De Witte Hoeve in Nederweert het domein van één boerengeslacht. De familie Van Eijk. Wiel (84), zoon Thijs (58), kleinzoon Koen (26) en achterkleinzoon Flynn, de jongste telg die in mei dit jaar het levenslicht zag. Bij elkaar zestig jaar agrarische familiegeschiedenis, bij elkaar aan de keukentafel.
In de herfst van 1960 bouwde Wiel van Eijk zijn eerste vleeskuikenstal aan de Hoofstraat. Opgebouwd uit zelfgemaakte, witgekalkte stenen (De Witte Hoeve) op een stuk land van ‘Schans Tjeu’, zijn vader die begin vorige eeuw aan de Schansstraat begon met 75 kippen, een koe, een paard en een handvol varkens. Er was op de boerderij geen plaats voor twee opvolgers, daarom moest Wiel elders werk gaan zoeken. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kon. “Boer zijn, zit in je. Het ondernemen. Eigen baas zijn. Met levende dieren werken. De gewassen op het land zien groeien. Als kind wist ik het al: dit zou mijn leven worden. Toen ik een jaar of zeven was, kreeg ik verlof van school om thuis mee te helpen met ploegen. In ruil voor een portie spek, in zilverpapier verpakt. Zo ging dat in die tijd. Dat kun je je nu niet meer voorstellen”, lacht Wiel die met eega Truus decennialang de boerderij met kippen en zeugen runde.
Onafscheidelijk
De liefde voor het vak en voor de dieren bracht hij over op zoon Thijs en kleinzoon Koen die de onderneming nu samen verder ontwikkelen en perfectioneren. “Mijn vader en ik waren altijd samen”, zo begint Thijs. “Toen ik vijf jaar was, ben ik een keer van huis weggelopen, mijn vader achterna. Niet veel later werd hij gebeld dat er een klein manneke over de Venloseweg liep”. Ook de bestemming van zoon Koen stond al vroeg vast. “Als kind liep ik al met een vijfliteremmertje achter opa door de stal om de grondeitjes op te rapen. Zodra ik thuis was uit school, gingen we op de tractor weg. Ik op de stoel, de handen aan het stuur. Opa bediende de koppeling en schakelde. Daar is het begonnen, dat gevoel van vrijheid en zelfstandigheid. Soms gebeurde het dat opa al was vertrokken als ik uit school kwam. Dan was ik ontroostbaar.”
Elkaar vertrouwen
Ook Thijs koestert warme herinneringen aan zijn kinderjaren. Het was aanpoten thuis en er waren regelmatig tegenslagen, maar na gedane arbeid was er altijd ruimte voor vertier. Lekker paardrijden. En in de zomer met het hele gezin in de Ford Capri naar Oostenrijk. “Het leven bestaat niet alleen maar uit werken. Ook die boodschap heb ik meegenomen en weer overgedragen aan mijn eigen kroost. Net als de les dat je je kinderen de ruimte moet geven om hun eigen keuzes te maken en ook fouten te maken. Pap en mam hebben me altijd gesteund en me het vertrouwen gegeven dat nodig is om een boerenbedrijf te kunnen runnen. Koen: “En dat vertrouwen heb ik op mijn beurt weer van pap gekregen. In 2016, toen ik in de maatschap kwam, zei ik: ik ga de zeugen en biggen verzorgen. Pa vond het prima, dat is nooit een onderwerp van discussie geweest.”
Opa Wiel knikt: “Vertrouwen is altijd de basis geweest binnen onze familie. Mijn kinderen hebben vroeger bijvoorbeeld nooit zakgeld gehad. We hadden thuis een potje met geld staan, daar konden ze iets uit pakken als ze het nodig hadden. Als het kermis was, wat meer. Dat ging altijd goed, niemand maakte daar misbruik van.”
Een leven naast de boerderij
Buiten hun werk op de boerderij hadden Wiel en Truus van Eijk nog een ander leven. Of zoals Truus het treffend verwoordt: “Je leeft niet alleen voor jezelf, maar ook voor de mensen om je heen.” Vele jaren waren Wiel en Truus als vrijwilliger actief bij diverse verenigingen en organisaties, zoals de ouderraad, de ruiterclub, de buurtvereniging, het CDA en de KBO. Beiden werden ze koninklijk onderscheiden voor hun grote, maatschappelijke verdiensten. Zoon Thijs en ook kleinzoon Koen volgen nu dezelfde, erfelijk bepaalde levensweg. Ook zij voelen zich betrokken bij wat er om hen heen gebeurt en nemen hun verantwoordelijkheid. “Met onze vlees- en eierenautomaat aan huis houden we contact met de buurt. Daarnaast sponsoren we de tennisclub in Ospel, de voetbalvereniging in Eind en Jong Nederland in Budschop”, zegt Koen die zich zelf onder meer inzet voor de vereniging Boeren van Nederweert, de Jongerenraad van Agrifirm, het Agrarisch Jongeren Kontakt en de studieclub Varkenshouderij.
Samen met zijn ouders Thijs en Maria, zijn vriendin Demi en enkele hulpkrachten zet Koen het levenswerk van opa en oma voort. De tijden zijn natuurlijk veranderd. Waar opa Wiel vroeger nog met een voerschep de varkens voerde en met een riek de stal uitmestte, gaat dat tegenwoordig volledig automatisch. De stip op de horizon is gezet. De Witte Hoeve hoeft niet meer groter te worden in omvang. Anticiperend op de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van dierenwelzijn en milieu laten vader en zoon hun bedrijf alleen nog maar groeien in kwaliteit. Alles is erop gericht om het perfecte product te leveren, de kwaliteit vlees en eieren waar de consument om vraagt. De tijd die overblijft genieten ze van het leven, met oog en aandacht voor de wereld om hen heen.
De traditie leeft voort
Tot een jaar geleden stak opa Wiel nog vrijwel dagelijks de handen uit de mouwen op De Witte Hoeve. Na zijn 84e verjaardag heeft hij besloten om ermee te stoppen, het besluit viel hem zwaar. “Ik heb bijna mijn hele leven dieren om me heen gehad.”
Vanuit de woonkamer hoort Wiel zijn achterkleinzoon Flynn kraaien. Geboren op 13 mei 2020. Of de vierde generatie Van Eijk later het familiebedrijf zal voortzetten, is nu natuurlijk nog één groot vraagteken. Vader Koen en moeder Demi zijn er ook niet mee bezig. De traditie leeft hoe dan ook voort. “Het belangrijkste is dat Flynn opgroeit met het vertrouwen dat ik van mijn vader en opa heb gekregen. Dat het fijn is om iets voor een ander te betekenen. En vooral dat hij gelukkig wordt van de keuzes die hij in zijn leven maakt. Welke keuzes dat ook mogen zijn.”
Er zijn nog geen reacties geplaatst