Door Werner Bloemers
Vorige week hoorde je ze nog: de koolmezen, pimpelmezen, merels, mussen … en al die vogels die je wel hoort, maar niet ziet. Ze floten volop hun mooiste lied om aan te geven dat de lente nu toch echt op het punt van beginnen stond. Ze vertelden elkaar gewoon: hier ben ik en dit is mijn territorium, zich verbazend over die vreemde wezens beneden hen die met mondkapjes in de winkel en bussen stappen, en die zich in hun ogen echt geheel onttrekken aan de voor vogels zo belangrijke sociale contacten.
Dan komt de mededeling dat er heel koud winterweer op ons af komt, en je denkt in eerste instantie: het zal allemaal wel. Totdat het op een mooie zaterdag met al zijn pracht en kleuren, ineens heel koud aan het worden is … en als je dan de volgende dag de gordijnen of de rolluiken of whatever open doet, is alles bedekt onder een hagelwit laken van kleine sneeuwvlokjes. Kleine sneeuwvlokjes die er door bevriezing voor zorgen dat het spiegelglad wordt en dat je donders goed moet uitkijken, wil je niet uitglijden. En weg zijn de vogelgeluiden van hoop en socialisering, die zullen er deze week wel weer volop komen. Want de natuur blijft aan de gang en komt altijd weer terug.
En wat was er nog meer? O ja, naast Valentijnsdag hebben we ook zoiets als carnaval. Dit jaar is het beduidend anders van aard, al blijven er genoeg mooie initiatieven over om de sfeer erin te houden. Een bakje Duvel, Heineken of Amstel in je eentje of zijn tweeën opzuipen behoort altijd tot de mogelijkheden. Voorheen ging ik nog op zaterdagmiddag naar de Kleine Winst om daar de boetegewoeene binnezitting bij te wonen. In één woord: geweldig! Maar na 8 uur feesten was ik zo moe als een hond en had dan flinke last van mijn evenwicht. Geen nood: dat heeft iedereen met Vastelaovundj.
Op zondag ging bijna iedereen naar Weert om daar de grote optocht te kijken. En ook al ben ik er een paar keer geweest, ’t was toch altijd een mooi gezicht als mensen in totale verbazing ‘In Ittervoort??” naar mij riposteerden als ik hen vertelde dat we daar op zondagmiddag waren geweest. Ach, er wonen goede vrienden van mij en het is er altijd gezellig. Ook op de maandag en dinsdag ging je weer. In 1998 was er nog een geweldige maandagavondviering in de Santa, totaal uitgewoond verlieten wij de kroeg … maar de mooiste avond was vaak de vrijdagavond als je op ontroerende wijze met je collegae je beste beentje wist voor te zetten. Eerst heel aarzelend, maar daarna kwam er een automatisme in wat niet te stoppen viel.
Er zijn zoveel verhalen die men heeft over Vastelaovundj. Maar het zit in mijn bloed. Drie omes van mij werden prins van de Bengels. Mijn beste buurjongen kreeg die eer ook voor de Vlikkestaekers. En zo zijn er nog genoeg kameraads en bekenden de revue gepasseerd. En het zijn allemaal mensen die ik het stuk voor stuk van harte gun. Nu, in deze rare tijden, kunnen die mensen gewoon terugkijken naar hoe het was en zich toespitsen op volgend jaar. Kent men mekaar dan nog wel? Wie was dat ook alweer? O ja, even op facebook kijken. Dan weet ik het vast weer.
Werner Bloemers,
Februari 2021
3 Reacties
Wat heb je er weer een mooi verhaal van gemaakt.
Iedere keer vlik je het toch weer om andere te laten
weten hoe het was en is.
Dank je wel, Margaretha.
Het lukt altijd wel. Grietjes Werner
Schoeën verhaol, Werner. Zelfs ich kom dur in veur!