Het plantsoen bij de nieuwe brandweerkazerne op de hoek van Hoofstraat en Smisserstraat. Foto
SGN.
In 1912 werd de Florence Nightingale-medaille van het Internationale Rode Kruis ingesteld. Deze onderscheiding is speciaal bedoeld voor Rode Kruis-verpleegsters die zich in tijden van oorlog en
vrede op buitengewone wijze hebben onderscheiden in de zorg voor zieken en gewonden. De Nederweertse Regina Esser was in 1947 pas de derde vrouw in Nederland die deze hoge
onderscheiding kreeg uitgereikt voor haar heldendaden. Sindsdien raakte zij in het vergeetboek. Hoogste tijd om daar wat aan te doen. Reacties op een recent artikel in Dagblad De Limburger en
via de social media duiden op een breed draagvlak voor een herdenkingsbordje in het plantsoen bij de nieuwe brandweerkazerne.
Kraamverzorging
Essers wieg stond in het Gelderse Maasdorpje Alem waar zij in 1901 het levenslicht zag. Van 1943 tot 1946 woonde Regina Esser in Nederweert, aanvankelijk op het adres Brugstraat 23 (nu de nationaal bekende ijssalon ‘Florence’) en vervolgens op het adres Kerkstraat 78 bij de familie Moonen. Esser was eigenlijk docente kraamverzorging en leidde diverse Nederweerter meisjes op in de zorg voor moeder en kind. Mensen die haar gekend hebben, noemden haar volhardend, ietwat koppig en ook streng voor haar pupillen in de verpleegkunde. Ze liet zich de kaas zeker niet van het brood eten, herinnerde oud-leerlinge Tonny Koppen-Nillessen zich nog tijdens een interview dat ik ooit met haar had.
Niemandsland
Juist door haar doortastende houding heeft Esser zich in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog in Nederweert enorm verdienstelijk gemaakt. Wat was namelijk het geval? Tijdens de bevrijding in 1944 werd Nederweert gesplitst door de stagnerende frontlinie. De westkant van de Zuid-Willemsvaart (Weert en Nederweert-Dorp) was eind september al bevrijd door de geallieerden. Ospel, Eind en Leveroy daarentegen werden nog tot medio november bezet door het Duitse leger. Daar tussenin lag een niemandsland waar de bewoners twee maanden in de schuilkelders verbleven terwijl de huizen en boerderijen boven hun hoofden werden kapotgeschoten, gebombardeerd en platgebrand. Zowel aan militaire zijde als onder de burgers vielen er veel slachtoffers. Tijdens de vuurgevechten en beschietingen in Budschop, Ospel en Eind negeerde de moedige Regina Esser alle waarschuwingen en verboden die zij kreeg. Vanuit haar woning in de Kerkstraat ging zij met een tas vol medicamenten met een bootje het kanaal over en trok zij door de vuurlinies en de talrijke mijnenvelden waar Ospel en Eind mee bezaaid waren. Elke nacht verleende zij daar hulp aan zwaargewonde inwoners en militairen. Ook verzorgde zij vrouwen die tijdens de oorlogshandelingen moesten bevallen en die van doktershulp verstoken waren.
Vergeetboek
Het was dan ook niet voor niets dat Regina Esser op 18 juli 1947 in de Pulchri Studio in Den Haag de Florence Nightingale-medaille kreeg opgespeld. Samen met een reeks andere genomineerden viel haar die hoge eer te beurt. Dat gebeurde door (toen nog) prinses Juliana. De burgemeester van Nederweert was uiteraard ook uitgenodigd maar die liet in een kort briefje weten wegens andere verplichtingen niet aanwezig te kunnen zijn. Esser was toen trouwens al niet meer in functie; in 1946 had zij op doktersadvies haar werkzaamheden neer moeten leggen. Dat was een gevolg van de vele ontberingen in de Ospelse frontlinie, die haar uiteindelijk mentaal teveel waren geworden. Er waren nog weinig sociale vangnetten in die tijd en haar familie heeft de oorlogsheldin decennialang in haar eentje moeten verzorgen en verplegen. Haar laatste jaren sleet zij in een bejaardenhuis in Eindhoven, waar zij in 1987 overleed. Volledig onterecht raakte zij later in het vergeetboek.
Eerbetoon
Een blijvende herinnering, bijvoorbeeld in de vorm van een nieuwe straatnaam in Ospel of Budschop, zou een welverdiend eerbetoon zijn aan deze Nederweertse Florence Nightingale. Aan straat- en pleinnamen voor verdienstelijke mannen en ook burgemeesters is er geen gebrek in Nederweert. Bij de later dit jaar officieel te openen nieuwe brandweerkazerne aan de Smisserstraat in Budschop, toch ook een icoon van moedige en vrijwillige hulpverlening en calamiteitenbestrijding, ligt een fraai plantsoen zonder naam. Nu nog een straatnaambordje.
Alfons Bruekers
Stichting Geschiedschrijving Nederweert
Zo zou een straatnaambordje er uit kunnen zien. Tekening: Alfons Bruekers.
Britse genie in november 1944 bezig met de bouw van een van de drie Baileybruggen bij de Zuid-
Willemsvaart, Aan Vijftien. Foto SGN.
Prinses Juliana reikt de medailles uit. Regina Esser (uiterst rechts) bewondert haar zojuist ontvangen
medaille. Foto SGN.
3 Reacties
Ik hoop het Alfons. Nederweert heeft haar in het verleden geschoffeerd en diverse pogingen afgelopen jaren waaronder een ook toezegging van de vorige burgemeester wordt er botweg geweigerd om bijvoorbeeld een straat naar te vernoemen.
Erg jammer. Ik heb de familie weten te achterhalen welke zelf niet op de hoogte waren van de bijzondere verrichtingen van Zuster Regina.
Het is me helaas nog niet gelukt om het dossier van de toekenning boven water te krijgen via het internationale rode kruis. Dat deze medaille in 1946 door het Int. Rode Kruis is toegekend zou kunnen betekenen dat het is toegekend op basis is aan hulp aan militairen. Pas in 1949 ging het IRK zich officieel (4e verdrag) bezig houden met burgers. Des te vreemder is de houding van Nederweert vergeleken met het (terechte) eerbetoon aan Henri Harden.
Waarom doet Nederweert zo moeilijk? Omdat het een eigenzinnige vrouw betrof?
Beste Floor E. Graag kom ik met u in contact. Zou u willen mailen naar contact@nederweertsverleden.nl ? Vriendelijk dank, Alfons Bruekers
Nauwelijks te geloven dat zo iemand “vergeten” kan worden, terwijl Henri Harden – die sneuvelde na gewonde kameraden uit de frontlinie gehaald te hebben, ondanks zwaar, gericht vuur, van de Duitsers – een naar hem genoemde straat kreeg, recht tegenover het Britse Militaire Kerkhof in Nederweert.Daarnaast kreeg hij ook nog eens het Victoria Cross, de hoogste Britse dapperheidsonderscheiding, die niet zelden postuum uitgereikt wordt, wegens “buitengewone dapperheid in het gezicht van de vijand”.Door een mijnenveld lopen – en dat te overleven – om anderen in nood te helpen wordt blijkbaar niet gezien als “heldhaftig”, laat staan dat je het dan verdiend een straatnaam te krijgen.Hoe kleingeestig kun je zijn ?