Door Werner Bloemers
Op een dag, je was er zomaar ineens, na zolang te hebben moeten wachten, het kleine bijzondere jongetje. Die al kort na de geboorte zoveel wilskracht had, door schreeuwend te protesteren tegen de halfblonde zuster die jou de eerste luier om wou doen. Om je daarna met een gelukzalig gevoel de rust te vinden en die ook nog te kunnen bewaren. Ja, als een oudoom die nog niet nat achter zijn oren is, ben ik hoe dan ook zeer trots op mijn bijzondere achterneefje.
Want oudoom worden en zijn, dat is toch iets voor heel oude lullen die met sigaren in de mond over hun buikje wrijven? Nee hoor, dat valt reuze mee. Als je de teugels van das Leben der Anderen een beetje loslaat, zitten er nog altijd hele jonge tussen … die evengoed zonder sigaar over hun buikje wrijven. En zich grinnikend richten tot de waan van de dag.
En mijn bijzondere achterneefje, in welke tijd werd je net als zoveel andere kinderen geboren? Het was een tijd waarin een gevaarlijk virus de wereld beheerste, waarin de klimaatveranderingen ervoor zorgden dat er enkele weken voor jouw geboorte enorme reuzenrivieren ontstonden in kleine knusse plaatsjes als Valkenburg en Geulle, waarin Olympische Spelen in Tokyo werden gehouden zonder publiek en met veel te veel hitte en vervelende Japanners die daar de dienst uitmaakten.
En als ik toch even bezig ben, het feit dat er zoveel verschrikkelijke overstromingen plaatsvonden in zoveel plaatsen waar het water nabij is, het deed mij denken aan de rampen hier in de gemeente Nederweert. Het gebeurt helaas nog tot de dag van vandaag dat men drugslabben weet te ontmantelen die een ramp zijn voor het milieu, dat er zich ongelukken voordoen die een ramp zijn voor de nabestaanden en dat er grote grijze vogels neerstorten.
Ooit, op 2 augustus 1977, stortte er een heuse straaljager neer aan de Meijelsedijk in Ospel. Men zag een Starfighter van de basis Kleine Brögel te België op een zulks foute manier het luchtruim doorkruisen, dat al snel het ergste werd gevreesd. Met afgrijzen zag men toen hoe het vliegtuig neerstortte … de piloot wist zich met de schietstoel te redden, maar hij overleefde het niet door een val op een kippenhok. En hij had kort daarvoor nog net op tijd een van de huizen weten te ontwijken. Wat dat betreft, is hij 44 jaar na dato gewoon een held. Er werd trouwens een prachtig gedicht aan hem opgedragen.
s’Avonds ging ik achterop de fiets van mijn vader een kijkje nemen. Ik was nog een kleine jongen van vier, maar ik kon me de drukte en de wanhoop nog goed herinneren. En de grote grijze vogel lag daar vredig te slapen in het groene gras. Als je klein bent, weet je niet wat een vliegtuig is. Dan zijn het alleen maar verhalen uit spannende sprookjesboeken die je laten denken dat er dingen zijn die kunnen vliegen.
Ja, ik klets altijd veel te veel. Dat zit gewoon in mijn aard. Maar het is ook een beetje bedoeld om ervoor te zorgen dat wij hen niet vergeten. En dat de wereld open blijft staan voor nieuwe wonderen.
Wonderen waarvan te hopen is dat die voorbij blijven komen. En die blijven verrassen en inspireren. Zoals mijn kleine bijzondere achterneefje nu verrast en inspireert. Zijn glimlach is er al een om in te lijsten.
Werner Bloemers,
Er zijn nog geen reacties geplaatst