Vrijdag was de aftrap van het jubilerende Bospop. Zo’n 15.000 festivalgangers zouden deze dag de weg naar het evenemententerrein aan de A2 vinden en na twee jaar verplichte afwezigheid kon presentator van dienst Phil Aspers eindelijk weer eens het “Bospop: laat je horen!” over de wei laten galmen.
Bospop: 40 jaar jong
En dat deed hij maar al te graag voor Inge van Calkar, die de ondankbare taak had om vanuit Groningen een korte nachtrust te verruilen voor de opening van het festival, maar daar onbevangen voor een vroeg feestje met de nodige dancemoves zorgde. De Gary Moore Tribute Band speelde een thuiswedstrijd en deed, waarvoor ze gekomen was: een prima herinnering brengen aan de helaas te vroeg overleden artiest met een uitgebreid overzicht van rock- en bluesnummers. De tent zong al snel mee met “You Know I Love You” en “Oh Pretty Woman” en genoot zichtbaar op de vroege middag. Cory Henry maakte met zijn Funk Apostles overuren op zijn Hammond en behalve een hoog soulgehalte zorgde hij ook voor nummers, die invloeden kenden van Herbie Hancock en Prince. Heerlijke variatie van begin tot einde. Aan de andere kant van de wei werd het publiek vergast op de tonen van het rondtrekkende blazersgezelschap Heavy Hoempa dat met veel elan zorgde voor veel interactie. Covers van Guns and Roses en Iron Maiden werden met veel enthousiasme ontvangen.
In de tent zorgde Mell met haar Vintage Future voor een prima balans tussen toetsen, drums en zang. Soms ingetogen, dan weer met een strot à la Susan Tedeschi zette Melanie Jonk een heerlijke show neer van soul en rhythm and blues, waarbij het rustige “Perfect Day” van Lou Reed precies dat aangaf, wat de meute ervan vond. Doordat Rag’n’Bone Man om medische redenen verstek moest laten gaan, werd Neil Francis opgetrommeld om behalve op zaterdag ook op de eerste festivaldag al aan te treden en dat was een optreden, dat naar meer smaakte. Volop variatie en herkenbare thema’s vielen bij het publiek goed in de smaak. De Engelse rockband The Struts schudde vanaf de eerste tonen het publiek in de tent wakker. De meermaals gemaakte vergelijking met de muziek van Queen was duidelijk herkenbaar. Explosief, maar toch melodieus. Gewoon rock die je raakt tot in de tenen.
Jett Rebel mocht de muziek tijdens het avondeten verzorgen. Met de die-hards wist de groep een band te scheppen, maar toch vonden de muzikanten hun podiumsessie beter dan een groot gedeelte van de toehoorders. De synthesizerpop van het Londense trio White Lies ging er van meet af aan goed in bij de verzamelde menigte. De volle tent reageerde meteen positief op het verzoek “Let me see your hands” en genoot ook hoorbaar van de makkelijk herkenbare nummers. Melissa Etheridge kan je volledig inpakken met haar doorleefde stem. In uitgesponnen bluesballads voelde zij zich als een vis in het water. Natuurlijk kwamen hits als “Bring Me Some Water” voorbij, maar echt knallen deed ze in de voornamelijk akoestische en een kwartier durende versie van “Like The Way I Do” met veel fingerpicking en heel verdienstelijke percussie. Gewoon zalig.
Over Level 42, waarbij heel wat hitjes als “Runnin’ In The Family” de revue passeerden, kunnen we kort zijn: passé. Zangpartijen, die op zijn zachtst gezegd niet zuiver waren, muzikaal verkeerde overgangen, het kwam allemaal voorbij. Het einde van hun show kreeg geen einde. Daarvoor zorgde Skunk Anansie. Met veel licht, vuurwerk en kabaal werd hun optreden ingezet, waarbij Skin, gekleed in geel kostuum en latex hoornenmasker, de “Clit Rock” een extra dimensie gaf. De Britse zangeres deed haar ding en dat deed ze goed. Soms heel klein, maar dan weer vol kracht en overgave, zoals in “Weak”. Terechte afsluiter van dag één van Bospop.
Tekst: Jan Lormans
Foto’s: Johan Horst
Er zijn nog geen reacties geplaatst