Werner Bloemers
Een maand geleden was ik nog lekker op vakantie in het warme Tenerife. Af en toe moest ik tijdens dat verblijf een mailtje sturen naar het moederland, om dit en dat geregeld te krijgen. Een olifant slaapt immers bijna nooit.
Ik kwam thuis en alles ging weer draaien. Wil je nu nog wel of niet naar het Oogfestival? Na een korte innerlijke strijd besloot ik om toch maar te gaan. Ik gaf aan een schrijftolk nodig te hebben, zodat ik van alle informatie voorzien zou kunnen worden. Op 15 september betrad ik de wereld van de blinden, slechtzienden en voor een klein gedeelte de doofblinden. Waarom een klein gedeelte? Omdat er tijdens het Oogfestival weinig mensen waren die naast hun visuele problemen tevens auditief beperkt waren.Ik zag Frits Barend grappen maken op een onderhoudende manier met drie experts in de sportwereld van mensen met een beperking, waaronder een paralympisch zwemkampioene. Hij zag mij met een tablet op schoot en riep vrolijk uit: ‘Nu zijn de doven en slechthorenden ook aan de beurt!’. Ik verliet de zaal zonder hem iets te bevragen. Had ik ook geen behoefte aan. Enkele dagen later zag ik hem weer op tv bij Op1, ging het over zijn favoriete club Ajax. De teneur van dat gesprek was heel wat anders dan tijdens het Oogfestival. De vrolijkheid had plaatsgemaakt voor een soort van gelatenheid.
De volgende dag, op 16 september, ging ik naar een deelgenotendag voor mensen met doofblindheid in Oosterhout. U weet: als je niet goed hoort en ziet, kost het niet 1+1, maar 1+1+1 = 3. Want de energiebron is hier meer een zorgenkindje om in de gaten te houden. Maar toch, het was een gezellige dag. Men vierde het leven onder een stralend zonnetje en genoot van elkaars aanwezigheid. Men communiceerde vooral via tolken, tactiel of niet. Tactiel wil overigens zeggen dat je je handen tegen het lichaam gebruikt om iets te verduidelijken. Bijvoorbeeld vingerspellen in de hand of emoties tekenen op de arm. Dat laatste heet social haptic communication. De doofblindenwereld is niet zo groot en het kost soms wel de nodige energie, maar het geeft zeer veel voldoening als de communicatie vlot draait.
Een week later, 23 september, is het Werelddovendag in Den Bosch. Wat een drukte! Met 1.900 bezoekers zelfs de drukste WDD ooit. Hier was men meer op het auditieve aspect gericht. En minder op het visuele. Maar dat gaf niets. In een kleine zaal kon ik met mijn medevrijwilliger plus de tolken de bezoekers toch de stuipen op het lijf jagen door ze brillen met oogziekten te laten zien. Op vijf verschillende manieren wisten wij uit te leggen hoe de vork in de steel zat. Men probeerde de usher-brilletjes, die van staar, maculadegeneratie en volledig blind met of zonder koptelefoon. Wat mij opviel in deze dovenwereld is vooral het gegeven dat iedereen met elkaar wilt spreken. Iedereen stoort mekaar. Tenminste, als je bekend en leuk bent. Anders is er natuurlijk niet veel aan.
En weer een week later, op 29 september, is er in de horende en ziende wereld een feest van mijn werkgever, de gemeente Weert. Of we daar iets willen aantrekken wat van goud is en glinstert. Dat lukte de één beter dan de ander. Maar het was er donker op sommige plekken met harde muziek. Ik zag dat het de collegae veel moeite kostte om met elkaar te kunnen communiceren. Ja, hard roepen natuurlijk. Want spraakafzien is toch maar zo’n lastig ding. Of in de i-phone iets typen, het hoort er allemaal bij. Het is toch heel goed dat men zich realiseert hoe kwetsbaar de oren en ogen in bepaalde situaties kunnen zijn. En ja, wat kun je in zo’n geval het beste doen? Feesten natuurlijk! Het leven is immers te kort om je te bekommeren om de manier van communiceren.
Werner Bloemers,
Oktober 2023.
1 Reactie
Hoi werner.
Trek het je niet aan wat die Frits Barend zei.
Hij zal hiermee bedoelen dat het bij paralympische
deelnemers de ledenmate zijn dus de armen
en benen en niet visueel auditief, maar dan nog.