De derde dinsdag deze maand bevatte wederom dé grote financiële primeur. Net als voorgaande jaren werd op deze dag de begroting voor het komende jaar gepresenteerd. Wederom was er consternatie alom; traditiegetrouw lekten de cijfers van te voren uit en keken mensen reikhalzend uit naar de troonrede. De troonrede, het toonbeeld van symboliek van de monarchie, was ook dit jaar weer een samenvatting van gebeurtenissen en maatschappelijke observaties. Willem-Alexander keek af en toe moeizaan het publiek in tijdens zijn toespraak. Of deze vermoeide gezichtuitdrukking te wijten was aan zijn speech of het jaarlijkse hoedenfenomeen is de vraag. Het is in ieder geval zeker dat de hoedencultuur deze dag weer menig wenkbrauw deed stijgen.
Paraderend over het binnenhof in Den Haag pronkte iedere vrouwelijke politicus met haar hoed. Waar de één glimlachend voor de camera verscheen, vluchtte de ander snel via een omweg naar binnen. Sommigen zullen dan ook het zelfreflecterend vermogen bezitten om te zeggen dat de hoed hun voorkomen er niet florissanter op maakt. De hoeden in kwestie, afkomstig van verschillende designers en modeontwerpers, zijn door de jaren heen gegroeid tot spraakmakende hoofddekseltjes. De hoeden die van oudsher bedoeld waren voor een riante schedelpanverwarming dienen vandaag de dag alleen nog voor de sier of opschudding. Zo was het Marianne Thieme die ook dit jaar in samenwerking met haar koksmuts protesteerde tegen overbevissing in oceanen. Een strijdbaar initiatief dat zijn uiteindelijke doel waarschijnlijk glorieus voorbijschoot.
De dames die met de hoeden over straat moeten, worden beschouwd als ware verlichters. Het vergt moed om een enorm publiek warm te krijgen voor de markante hoofddeksels. Waarschijnlijk zal het dan ook nooit helemaal in de mode komen. Toch jaarlijks een mooie poging, iets waar ik mijn hoed voor af neem.
Er zijn nog geen reacties geplaatst